Feb-maart 2012
De lokroep van de Pyreneeën werd ons weer te machtig. Na onze eerste winterse trektochten daar, 2 jaar geleden, sluimerde het plan om dat nog eens over te doen. De wetenschap dat er 1 à 2 meter sneeuw lag op de Anialarra was genoeg. Paul en Annette dus weer op weg naar het zuiden van Frankrijk. Met een omweg langs (nogal) wat vrienden natuurlijk…
Vrijdag 24 februari 2012
Vertrokken om 7 u ’s ochtends. Een uur verloren in Parijs. Aankomst tegen 20 u bij Stoche en Madé in Carcassonne. Plezant weerziens met dit duo gelijkgestemde zielen. We aperitieven duchtig door, de ene fles wijn na de andere sneuvelt. Het opstaan morgen belooft lastig te worden.
Zaterdag 25 februari 2012
Om 8 u eruit, ontbijten en dan op weg naar Castanviels waar we afgesproken hebben met Marie en Clément (de zoon van Michel Revel) om de Aven de Castanviels te doen. Een magnifieke verticale grot (-265 m) die we nog niet eerder deden. Stoche wil geologische waarnemingen doen en ik help hem daarbij. De grot is in een zeer mooie kalksteen gevormd, sterk gelaagd, geplooid en gebroken. De putten worden groter en groter en op -130 staan we in een werkelijk imposante zaal. Een touw vertrekt omhoog, 40 meter hoger naar een balkon waar een meander vertrekt. Die meander is een lastig en scherp ding; hij komt in een zaaltje uit van een meter of 10 diameter: de Géa-Géode, enkele jaren geleden door Patrick Géa ontdekt na een reeks adembenemende klimmen. Dit is het doel van ons bezoek want de Géa-Géode is zeer mooi met aragonietkristallisaties versierd. Ten einde het zaaltje vertrekt een lage moddergang die ze aan het uitgraven zijn. Doel nr twee van de dag is daar verder graven en daar houden we ons een paar uur mee bezig. Op zijn Belgisch, en er komen tientallen bakken modder uit. Heel veel hoop is er niet: het pijpje zit na een meter of 6 potdicht.
Tegen een uur of vier is het welletjes en beginnen we aan de terugtocht. Buiten worden we opgewacht door Michel Revel die ons – het was te verwachten – een aperitiefje aanbiedt. Het blijft niet bij één natuurlijk. Stoche werd op weg naar huis gelukkig niet door de flikken tegengehouden want hij was zeker boven zijn theewater.
Zondag 26 februari 2012
Mijn verjaardag! En het weer is schitterend en het programma ook: een tocht in de sneeuw in de Pays de Sault, in het zuiden van de Aude, samen met Stoche en Madé. Wel anderhalf uur rijden en onderweg besef ik dat ik mijn zonnebril ben vergeten. Gelukkig kan ik er ergens een kopen, zo niet had ik mijn tocht wel kunnen vergeten, want felle zon op sneeuw dat gaat niet zonder bescherming van de ogen.
Het doel is een skistationnetje “Camurac”, het enige van de Aude, waar een handvol skiërs probeert om wat miserabele pistes af te skiën. Het zijn pistes van modder en wat ijs; het skiseizoen is hier echt wel aan de laatste dag toe.
We beginnen aan onze tocht. Na een half uur zijn we boven de pistes uitgestegen en zitten we in dikke, goede sneeuw zodat we de raketten kunnen aantrekken. Rondom is er een fabuleus panorama op de witbesneeuwde Pyreneeën. We maken een rondtrip van een tiental km door heen de “Cirque de Camurac” met onderweg de beklimming van een klein topje. Enig mooi, en het is zomers warm. Geen betere manier om een verjaardag door te brengen.
Het beste is dat het weerbericht voor de rest van de week eenzelfde weer belooft. We hebben dan ook bijzonder veel zin in onze driedaagse Pyrenese trektocht die we gepland hebben.
’s Avonds, weer in “Carca”, vieren we mijn verjaardag, met taart en al.
Maandag 27 februari 2012
Stoche en Madé moeten vandaag werken, dus we staan ook vroeg op en rond 9 u verlaten we onze vrienden en reizen we door naar Ste-Engrace. Een ritje van een uur of 4. We nemen onze intrek in de kraaknette en supercomfortabele gite van Maryse en Pierre. ’s Middags maken we onze rugzakken gereed voor morgen. We eindigen met flink zware pakken want er moeten, behalve alle kampeergerief om het daar drie dagen in Siberische omstandigheden uit te houden, ook een paar zware dingen mee zoals stijgijzers en ijspikkel. Waarschijnlijk hebben we ze niet nodig, maar indien de sneeuw verijsd is, zijn ze echt onmisbaar op sommige steile hellingen.
Die avond moeten we tegen 19 u in Oloron-St-Marie zijn, bij Christine en Didier, voor een gezellig avondje…we maken het er niet te laat want morgen willen we vroeg op pad zijn.
Dinsdag 28 februari 2012
We vertrekken vandaag op onze driedaagse trektocht en gezien het ronduit fantastische weerbericht, kan die eigenlijk niet mislukken. Enige reserve wel want ’s morgens is de auto witbevroren… en dat beneden in de vallei. Wetende dat we 1500 m hoger zullen kamperen, is de kans reëel dat we daar een nachtje van -10°C zullen hebben.
We parkeren aan de vervallen refuge van Belagua. Tot onze verbazing is de parking geruimd. Erg veel sneeuw ligt hier niet, we zitten hier niet veel hoger dan 1400 m. Rugzakken op de bult en op weg. Waar is die GR12? Wegens de sneeuw vinden we de GR-markeringen niet en we lopen het spoor van enkele voorgangers achterna. Schilderachtige route door beukenbossen en struikgewas. Na een dik uur zie ik op de GPS dat we veel te veel naar het Zuiden zitten, en vooral veel te laag. Dwars op het Noorden doorsteken dus, moeilijk want we moesten diverse hoge rotsbulten over. Heel lastig met al die sneeuw en die zware rugzakken.
Maar we vinden eindelijk de GR12. Wat verder is er een prima picknickplaats, een rots midden een groot sneeuwveld. De zon schijnt zo heet dat ik al gauw in bloot bovenlijf zit te eten! Beetje surrealistisch toch.
Dan verder maar. De sneeuwlaag wordt hoe langer hoe dikker en het blijft gestaag stijgen, in de volle zon. Zweten dus. Twee km verder wacht ons de grootste moeilijkheid: het oversteken van de Sierre Longa, het gebergte dat Animerkandia (waar we zijn) scheidt van Anialarra (waar we heen willen). We hadden dat al eens in de zomer gedaan, lastige klus want 100 m steil omhoog. En lastig was het! De sneeuw ligt op deze Zuidflank zacht en er zijn veel verborgen gaten en sneeuwbruggen. Twee keer zakken we erdoor en breken we bijna een been. De derde keer verdraai ik mijn knie en vanaf dan deed die flink pijn. Sommige stukken zijn te steil om met de raketten te doen maar met onze bottines zakken we kniediep in de sneeuw of schuiven we weer omlaag. Maar we geraken boven. De afdaling aan de andere kant is vlakker en gauw zitten we op de onderste Anialarrazone. In de sneeuw is dit een sprookjestuin; alle scherpe rotsen zijn veranderd in zacht glooiende sneeuwbulten. Maar we zijn te moe om er van te genieten. Een kilometer verder vinden we een geschikte bivakplek. Het is 17u, een uur later staat de tent en pruttelt het water voor onze droogvoeding. Om 19u een schitterende zonsondergang en tegen 20 u liggen we al in onze slaapzakken.
De heldere sterrenhemel buiten en de sneeuw die intussen hard bevroren was, deden ons vrezen dat het flink ging vriezen. Dus met kleren aan in de slaapzak, en zelfs een fles warm water aan de voetjes. Gevolg: zweten als een paard en de donzen slaapzak helemaal nat gezweet. Het vroor die nacht amper!
Woensdag 29 februari 2012
Om 8 uur eruit na een rustige, windstille nacht. Buiten zet de zon de toppen al in het licht. Na het ontbijt op pad, de tent blijft staan. De rugzakken zijn dus heel wat lichter. De sneeuw knarst onder de raketten, hij is toch keihard bevroren vannacht. Het landschap is onbeschrijflijk mooi. We zijn moederziel alleen. “Into the great wide open, under the sky of blue”, speelt het lied van Tom Petty door mijn hoofd.
We blijven boven op de crête tussen Anialarra en Ukerdi, omdat daar “onze” grot onder loopt. Vaak steil omhoog dus, zwetend in de hete zon. Zo komen we op een plateautje waar het ene blaasgat na het andere is. “Blaasgat”= holte in de sneeuw gesmolten, doordat er een grot onder zit die warme lucht uitblaast. We tellen er een tiental. Zeer interessante plek, benieuwd wat we hier volgende zomer gaan vinden.
Op de crête, niet ver van de Sima B21, een picknickplaats gezocht in de zon, met onder ons een fabuleus uitzicht over Ukerdi en Budogia. Dan verrassing: tientallen vluchten kraanvogels steken net vandaag de Pyreneeën over, in typische V-formaties van wel 100 vogels. Ze roepen en kwaken dat het een lust is, en ook al zitten ze wel 500 m hoog, het lawaai is enorm. Onvergetelijk schouwspel. Onze tocht verder gezet tot aan de rotswanden onder de Pozo Estella (rond de 2000 m hoogte). Dan terug langs een heel tricky zone met veel blaasgaten en vooral veel gevaarlijke sneeuwbruggen. Rond 17 u terug aan de tent voor weer een avondje moederziel alleen in de sneeuw. Het is opnieuw windstil en de sneeuw dempt elk geluid. Het is zo doodstil dat je het bloed in je oren hoort ruisen. Magisch gewoon.
Donderdag 1 maart 2012
Opstaan rond 8u30, na een verkwikkende nachtrust van zowat 12 uur! De zon is al van de partij en tegen dat we het water aan de kook hebben, baadt de tent al in het zonlicht. We wachten nog een uurtje in de hoop dat de sneeuw wat zachter wordt want de piketten van de tent zitten diep in de keihard bevroren sneeuw verankerd. Komt de ijspikkel die we al twee dagen meezeulen toch nog van pas om de tent “uit te hakken”. Tegen 10u30 zijn we gepakt en gezakt en gaan we op pad. We hebben onze sporen van twee dagen geleden maar achterna te lopen. Het landschap is nog steeds betoverend. We ontmoeten zowaar twee Spaanse toerskiërs, de enige andere mensen die we op onze driedaagse zagen! De klim over de kam tussen Anialarra en Animerkandia baart ons wat zorgen, vooral dan de steile afdaling aan de andere kant, want dat is een zuidkant in volle zon. Gelukkig is de sneeuw op dit uur nog niet te zacht en het gaat vlot.
Tegen 13 u picknicken we, dan nog anderhalf uur doorheen de beukenwouden waar de sneeuw na drie dagen zomerse warmte flink geslonken is. Rond 15 u komen we aan de auto die er gelukkig nog intact staat.
We besluiten nog even het skistation in te rijden, op zoek naar brood. Het is er onvoorstelbaar druk, de parkings staan propvol en duizenden mensen wriemelen rond en op de skipistes. Na de stilte en eenzaamheid van Ukerdi en Anialarra, is er voor deze amusementsfabriek maar één woord: de hel. De clou is dat deze mensen die zich met hun dikke reet aan een kabel omhoog laten slepen, zich allemaal bijzonder sportief vinden (wintersport jawel!), en waarschijnlijk denken ze ook van zich zelf dat ze natuurliefhebbers zijn. Wie zoals wij net drie dagen heeft doorgebracht in een van de mooiste en ongerepste natuurgebieden van Europa, en dan de ravage aanziet die het skitoerisme hier heeft aangericht, denkt daar wel wat anders over. Egoïsten en hypocrieten zijn het, allemaal. Zij en niemand anders laten heel deze machinerie draaien.
Om de weg omlaag zien we nog amper de overkant van de vallei, alles is in een dikke rook gehuld. De verklaring is simpel: rond deze tijd van het jaar, brandt men de varens en het struikgewas van de hellingen. De vuurhaarden, vaak wel honderd meter breed, zijn er met tientallen. Ze branden uren lang, soms zelfs de hele nacht door waardoor de bergtoppen wel gloeiende vulkanen lijken. Deze traditie resulteert in een luchtvervuiling van enorme proporties, die volledige valleien vult met een vieze gelige smog. Tegen dat we aan de camping aankomen, tranen onze ogen!
We zetten ons met een paar pilsjes in de zon, het is bijna 20°: zomer op de 1ste maart!
We brengen de avond door bij Pierre en Maryse met het gevolg dat we (weer) met een barstensvolle maag ons welverdiend bed moeten induiken.
Vrijdag 2 maart 2012
Het is nog steeds schitterend weer, nog warmer dan gisteren. We slapen ongegeneerd uit tot half tien en ontbijten op zijn Frans met warme croissants. Rond 11u worden we bij Claire en Yvon verwacht, het sympathieke koppel grijsaards van ARSIP dat zich sinds enkele maanden in Arette gevestigd heeft. Ze wonen er magnifiek, in een heel rustige wijk. Met zicht op het gebergte, waar vandaag ook weer niet veel van te zien is: het vuurtjestoken gaat onverstoord verder.
Na een leuke middag doen we nog wat inkopen, dan naar de gîte. Morgen willen we vroeg vertrekken voor onze laatste tocht in de sneeuw. Het weer slaat vanaf morgen om, voor maandag spreekt men over nieuwe sneeuw! Hopelijk valt het nog wat mee. We willen naar Anialarra, maar langs een geheel andere weg, nl langs Llano Carreras, de “vlakke wegen”. Deze route vertrekt aan de Col de la Pierre-St-Martin.
Zaterdag 3 maart 2012
Rond 9u staan we aan de Col de la Pierre-St-Martin. Het weer is al bij al redelijk maar donkere wolken pakken zich al samen en beloven weinig goeds. De sneeuwraketten worden aangeriemd en weg zijn we. Deze route volgt een vrijwel horizontale kalksteenstrook, inderdaad een “vlakke weg”, tot aan de weide van Baticotch. Ver onder ons ligt de Contienda, een groot komvormig dal waarin men een langlaufpiste heeft getrokken. Vanaf daar komt een flinke horde Spanjaarden op toerski’s omhoog, met als duidelijk doel de Pic d’Anie. We houden ons hart vast want de meesten staan zo te zien voor het eerst op ski’s.
We ploeteren omhoog langs de Murlong, waar we geconfronteerd worden met totaal verijsde sneeuw. Onmogelijk met de raketten te beklimmen. En vandaag hebben we de stijgijzers niet meegenomen! Met wat omwegen geraken we verder maar intussen is het weer totaal omgeslagen, we lopen in de mist, het is guur en koud. Het sneeuwt licht en we zitten al gauw in een soort “white-out”. Lucht en sneeuw zijn even wit en het is bijna niet mogelijk om afstanden te schatten of te zien of het terrein voor je voeten daalt dan wel stijgt. We sukkelen tot aan de grote brêche waar we ook niet verder geraken door het ijs. We beseffen dat het voor vandaag om zeep is en dat verder gaan weinig zin heeft. Toch gaan we mits een omweg tot aan de rand van de Anialarra kijken en wanneer we daar aankomen, voltrekt het wonder zich: de mist verdwijnt en voor ons ligt heel de lapiaz te glinsteren in de zon! Hoera!
We zetten onze tocht dus verder. Maar het is oppassen want heel vaak is de sneeuw veranderd in een keiharde, blauwe laag ijs. Gelukkig hebben we wel de pikkels bij om ons voorbij enkele delicate passages te helpen.
De lapiaz is totaal dichtgeplamuurd door de sneeuw. Boven, nabij de grote cairn, vinden we een intrigerend blaasgat met galerijen in alle richtingen. Sima Rapida zit potdicht maar wat verder vinden we twee prachtige blaasgaten waar we in kunnen afdalen en perfect de spleet lokaliseren waaruit de tocht blaast.
In die stijl gaat de dag verder, we volgen de crête omlaag tot voorbij de Pozo Estella en vinden onderweg nog menig groot blaasgat. Maar het is uiterst goed oppassen geblazen, rond sommige blaasgaten is de sneeuw amper een decimeter dik, eronder wacht een holte van meters diep. Sommige gaten kunnen we zelfs helemaal niet dicht benaderen.
De terugweg gebeurt langs de Col Porteur (min of meer) en dan dwars door Llano Carreras. De laatste kilometers zijn erg zwaar, de sneeuw is hier erg zacht en het is echt ploeteren. De ene steile helling volgt op de andere.
Pas tegen 18u ploffen we neer naast de auto, dit was echt wel de zwaarste tocht van de week. 15 km over zo’n zwaar terrein. Annette’s voet is total-loss en ik voel me ook niet meer erg fris. Maar het was weer een prachtige en vruchtbare dag. Met nog een laatste blik op de glinsterende toppen van de Anialarra keren we terug naar de gîte in de vallei. Morgen vroeg opstaan en dan weer 1250 km naar huis rijden…
Het was een van de mooiste weken die we hier ooit doorbrachten. De Pyreneeën in de sneeuw, dat is een belevenis. Wanneer er dan nog een week lang een zomerse zon bij straalt, dan is het gewoon iets unieks. Dat maken we misschien nooit meer mee…
Paul
Fotoalbum hier
https://picasaweb.google.com/102034171858489646608/SneeuwprospectieAnialarra2012
Kleine videomontage hier
http://dl.dropbox.com/u/1068395/Movies/PSM/Souffleurs%20Anialarra%202012%20LQ.wmv
Geen opmerkingen:
Een reactie posten