Verslag van een weekje in de Pyreneeën (Paul & Annette)
Vrijdag 6 mei 2011
We rijden vandaag rustig tot Bordeaux. Toch al gauw 1000 km, en enkele files (Antwerpen-Brussel: grrr!) zorgen ervoor dat we pas rond 19u bij Claire en Yvon Henaff arriveren. We worden er zeer hartelijk onthaald en brengen een leuke avond door in gezelschap van dit kranige duo knarren. Yvon 76 jaar oud, maar met de praats en humor van een twintiger.
Na veel lekker eten met teveel apero en wijn volgt een degustatie van zowat elke “digestif” die in hun kast staat. De meeste flessen staan er al 30 jaar lang, dus zijn ze echt wel excellent. Gevolg is dat we rond middernacht nogal “teut” in ons bed kruipen en de ochtend erop niet bijster fris zijn…
Zaterdag 7 mei 2011
Grijs en regenachtig weer maar dat zal ons vandaag niet hinderen. We gaan een prehistorische grot bezoeken, ten noorden van Bordeaux: de Grotte de Pair-Non-Pair (Gironde). Het is de allereerste grot die ooit in Frankrijk werd gevonden met prehistorische tekeningen, lang voor er sprake was van Lascaux, Cosquer of Chauvet. Claire en Yvon kennen ze goed (ze hebben o.m. de topo gemaakt) en ze zijn goed bevriend met de archeologen ter plaatse. De grot is sinds kort toeristisch, gelimiteerd tot 12000 bezoekers per jaar. Er staat een mooi en nieuw gebouw waar een kleine expo is over de grot en haar geschiedenis. We krijgen een privé-rondleiding van onze gids Stephanie.
De grot werd in 1881 ontdekt en een zekere François Daleau ontdekte er 3 jaar later de eerste gravures, die pas zichtbaar werden nadat de grot was leeggemaakt van de honderden kubieke meters aarde die er in de loop der tienduizenden jaren in waren beland. Hij maakte van de opgraving zijn levenswerk: 35 jaar lang. Nochtans is ze helemaal niet groot, een abri van hooguit 15 m diep. Dat de grot nog bestaat is een wonder, want enerzijds ligt ze slechts enkele meters onder de oppervlakte en het zwakke plafond had dus kunnen instorten, anderzijds is heel de omgeving één grote steengroeve, genre Savonnières-en-Perthois. Gelukkig werd ze in 1902 door de Franse staat gekocht en beschermd, als eerste grot ooit in Frankrijk. Ze is 60000 jaar lang bewoond geweest, eerst door Neanderthalers dan door Homo Sapiens. Het zijn deze laatsten die zowat 30000 jaar geleden een massa gravures maakten (of beter uitbeitelden) in de wanden. In het begin maak je er niks van en lijken het maar wat lijnen door elkaar, maar Stephanie toonde geduldig één voor één elke tekening, soms gebruik makend van aangepaste verlichting. En zo zagen we de lijnen tot leven komen. Er waren zeer kunstig en levensechte afbeeldingen van paarden, steenbokken, mammoets en herten. Werkelijk indrukwekkend. We brachten bijna anderhalf uur door in deze kleine abri en leerden heel wat bij. Werkelijk zeer interessant!
Na dit bezoek, terug naar Claire en Yvon thuis voor het middageten… dat weer uitliep tot zowat 15 u. Dan afscheid genomen van onze vrienden, en op weg naar de PSM, via de gloednieuwe autostrade Bordeaux-Pau, die 2 maanden geleden open ging. Een droom, je rijdt er bijna moederziel alleen. Je wint toch wel een klein uurtje tegenover vroeger en moet de moordend drukke en gevaarlijke Nationale 10 dus niet meer doen. Enig nadeel: péage!
We gaan nog winkelen in de Leclerc in Oloron en arriveren tegen 19u30 aan de chalet van ARSIP. We hebben ze de hele week voor ons alleen. Het weer is aan de beterhand, tussen de regenvlagen door schijnt de zon al. We bellen naar de meteo en al bij al valt het best mee: goed weer maar in de namiddag telkens zeer onweerachtig.
Morgen gaan we gewoon een dagtrip naar de Anialarra doen, daarna willen we een trektocht van een dag of 3-4 maken met de tent.
Zondag 8 mei 2011
Het is ongelooflijk goed weer. Strakblauwe lucht en een stralende zon. We stappen dan ook goedgemutst naar de Anialarra. In T-shirt en korte broek, begin mei! Toch weer geheel anders dan in de zomer. Nog geen blaadjes aan de boompjes, het gras nog dor, geheel andere bloempjes. Maar ook een andere lichtinval en dus een ander landschap. We gaan op een alternatieve manier omhoog, via de Col de Pescamou en dan de Murlong langs achter rond, kwestie van eens iets anders te zien. Vanaf de Pourtet ligt er veel sneeuw en is het oppassen om niet ergens in een gat te belanden. Passage via het hoogtekamp, piknik op het balkon. Dan de sneeuwraketten aan en de Anialarra op die voor 80% een sneeuwvlakte is. Maar gemakkelijk gaat het niet, de sneeuw is zacht en vooral op de steile hellingen is het schuiven geblazen.
Hier en daar stoppen we even om een blaasgat te inventariseren. De Pozo Mariposa zit werkelijk potdicht, oei oei daar geraken we deze zomer weer niet in. Dan de crête omhoog, afwisseling van raketwerk en gewoon lopen. Op de top van de Anialarra krijgen we gezelschap van een Spanjaard die vanaf Belagua is vertrokken. We kunnen vanaf hier goed zien dat ons doel voor de komende dagen haalbaar is: de Col d’Anaye, ver onder ons, lijkt passeerbaar. Of we daarentegen de Table des Trois Rois gaan kunnen beklimmen (2400 m) lijkt dubieuzer, want daar ligt nog heel veel sneeuw.
We stappen door tot aan de falaise, schitterend uitzicht wel 50 km ver met tientallen beroemde Pyreneeëntoppen. Dan terugkeren via de lapiaz, zeer risky business want sommige blaasgaten zijn echte valkuilen. Een koppel Spanjaarden roept ons herhaaldelijk toe vanop de top van de Anialarra, ze denken dat we de weg kwijt zijn. We trekken ons er weinig van aan, wij kennen het terrein hier beter dan zij. De Gouffre Polaire is met stip het indrukwekkendste gat, zichtbaar van op honderden meters. Ook het enige in heel die grote sneeuwvlakte. Daar gaan we deze zomer nog plezier in beleven!
Tegen 17u30 staan we weer aan het hoogtekamp. Voeten kapotgelopen en moe, we hebben al zowat 11 km over de lapiaz getjokt. Het weer is nog steeds prima, van die beloofde onweersbuien komt niks meer in huis. Anderhalf uur later staan we weer aan de auto, na een prachtige dag en een mooie buit aan nieuwe blaasgaten (een tiental).
Die avond plannen we onze driedaagse en pakken we de rugzakken in. Sneeuwrakketten blijven ditmaal thuis, die zijn niet persé nodig en 2 kg extra kunnen we missen.
Maandag 9 mei 2011
Alweer schitterend weer. We laten de auto achter aan de voet van de skipiste en stappen opnieuw naar Pescamou. Ietsje trager dan gisteren, want we zijn flink geladen. Aan het begin van de weide gaan we linksaf, de GR10 volgend. Hier begint voor ons het onbekende. Het pad klimt door een prachtige begroeide lapiaz. Twee keer kruisen we de skipiste, dan even slikken wanneer we aan een eindpunt komen van de kabelbaan. Skipistes in alle richtingen, een platgebulldozerde woestijn van gemalen lapiaz. We zijn (weer eens) woest en treurig tegelijk, op al die schijnheiligaards die in de bergen gaan skieën en zo verantwoordelijk zijn voor heel deze waanzin. Zonder hen draaide heel deze business van vraag en aanbod niet.
We laten dit trieste landschap achter ons. Wat verder eindigt onze driedaagse al bijna wanneer we een groot en sterk hellend sneeuwveld moeten oversteken. In het begin gaat het goed, Annette voorop, stampt treden in de sneeuw, ik volg onbewust. Dan ligt de sneeuw in de schaduw en wordt het glanzend en hard ijs. Annette kan zich met de grootste moeite staande houden, ik kan niks doen om haar te helpen. Terwijl zij met haar iets scherpere zolen toch schuin omhoog kan vorderen, voel ik mijn botte zolen schuiven. Tot twee keer toe scheelt het geen haar of ik ga omlaag. De zware rugzak verergert mijn wankel evenwicht. Het sneeuwveld gaat minstens 40 m zeer steil omlaag, beneden wachten grote rotsblokken. Vallen = ziekenhuis of erger. Ik krijg een wandelstok door de harde sneeuwkorst geramd en kan zo even mijn evenwicht behouden. Met de andere stok hak ik een trede. Aldus geraak ik vooruit. Oef, we zijn er voorbij, ik sta te trillen op mijn benen. Wanneer we bekomen zijn, gaan we verder, maar volgende keer zullen we beter moeten opletten!
Het landschap is zeer gevarieerd, we klimmen nu via staalkabels de Pas de l’Osque over, een nauwe doorgang tussen hoge rotswanden. Aan de andere kant wacht een groene vallei, het pad slingert omlaag. Een uur later: Pas d’Azuns, ronduit schitterend met een zicht op de achterzijde van de Soum Couy en de Pic de Countendé, die nog vol sneeuw liggen. Meer naar links zien we de Pic du Midi d’Ossau liggen, een van de bekendste toppen van de Pyreneeën. Diep beneden in de vallei zien we ons volgende doel, een herdershut “Cap de Baitch”. Deze plek, hoog boven alles, is de ideale plek om te middageten, in de warme zon. Daarna omlaag naar de herdershut. Vanaf daar verlaten we de GR10 en zullen we via de HRP (Haute Route des Pyrenées) doorsteken naar de vallei van Anaye. Gemakkelijker gezegd dan gedaan want die HRP dat zijn amper paadjes te noemen. Geen enkele markering trouwens. We komen dan ook zowat 100 m boven ons volgende doel uit, weer een hutje. Omdat we geen zin hebben in de zeer steile afdaling naar de hut, improviseren we erop los. Echter we moeten een soort vallei rond zien te geraken, finaal lukt het ons maar we verdoen er zeker een uur mee en daarna zijn we wel even gaar.
Na wat recuperatie, verder maar. Het blijft zoeken naar het spoor in het gras, in de mist moet deze HRP onmogelijk zijn. Op een grasplateau is er geen enkel pad meer, met wat zoeken vinden we het 100 m verder terug (UTM30/ED50 688,339 4757,573). We draaien stilaan voor de enorme berg “Billare” de vallei van Anaye in. Zachtjes dalen we naar de Cayolars d’Anaye, herdershutten naast een woeste beek. Vanaf hier moeten we de vallei nog over een paar km beklimmen; dit stuk kennen we al van vroeger. Nog 300 m stijgen, het valt ons redelijk zwaar. Ons doel is de Cirque de Marmitou, aan de voet van de falaises van Anialarra. Rond 18 u zijn we er. We hebben 8 u gestapt en zijn 14 km onderweg geweest. Het is een van de mooiste plekken die men zich kan inbeelden. Grasland, met vele kleine heldere beekjes die hier ontspringen, met knoestige dennenbomen en grote rotsblokken, soms huizenhoog. Omringd door besneeuwde bergen of honderden meters hoge rotswanden.
We stellen de tent op, eten en drinken en maken een klein vuurtje van wat droog hout en dennenappels. Het wordt een prachtige, rustige avond, en er is helemaal geen onweersdreiging. Wanneer de zon ondergaat, kleuren de bergen rond ons rozerood…dit is echt leven als God in Frankrijk.
Dinsdag 10 mei 2011
In de ochtendzon is de Cirque nog mooier. Ik bestudeer de falaises van Anialarra grondig, in dit strijklicht is elk detail zichtbaar. Jammer genoeg zie ik amper gaten, bovendien is nu goed te zien dat de wanden zeer onregelmatig en woest zijn. Daar valt niet veel te beleven!
Rond 10 u op weg, richting Col d’Anaye. Een uur later staan we boven op deze col die één van de enige twee mogelijkheden is om vanuit de Cirque de Marmitou, op Ukerdi of Anialarra te geraken. De andere is de Col des Ourtets, maar die zit nog geheel in de sneeuw en is nu geen optie.
Boven de Col d’Anaye staan we aan het begin van Ukerdi. Ons plan om de Table des Trois Rois te beklimmen laten we varen, veel te veel sneeuw. Zonder pikkel en stijgijzers zou dat nogal onverstandig zijn! We volgen dus het pad verder, dat aan de zuidkant van de Crête van Anialarra loopt tot we op een zeer recente GR-balisage komen: het is de gloednieuwe (van 2008) GR12 die via Belagua loopt en die we een heel eind kunnen volgen. Fijn, deze nieuwe markering maakt het echt wel makkelijk. Ukerdi is geheel anders dan Anialarra. Valleitjes, bulten en bergen, zeer chaotisch en vooral: begroeid met dennen want lager gelegen. Een uniek gebied en best te begrijpen dat het een “Reserva Integral” is.
Een grote g rotingang trekt onze aandacht, we gaan kijken en het is zowaar een prima bivakplek. Achteraan de grote ingang vertrekt een kruipgang met tocht. We gaan kijken, op handen en voeten over de scherpe keien en komen tot onze verbazing terecht in een cheminée met een grote stock aan recent materiaal. Ongetwijfeld van speleo’s, en duidelijk Spanjaarden. Tiens, en die exploreren hier zonder dat we (Arsip) daar iets van afweten?
Enfin, dat eitje zullen we later pellen. Verder maar, we volgen de GR maar we weten dat we niet tot aan Belagua mogen gaan. We kennen die plek, het is de oude refuge naast de weg die van de PSM naar Isaba afdaalt. Mochten we tot daar gaan, dan kunnen we morgen enkel via de asfaltweg terug naar het skistation. En een heel eind, zeker 10 oersaaie km! We willen dus eerder noordwaarts afbuigen, om zo in het gedeelte van Ukerdi te komen dat we kennen. Gemakkelijk is dat niet, want de Crête van Anialarra loopt over wel 6 km verder, en vormt een honderden meters hoge barrière. Uiteraard zitten we aan de verkeerde kant. Dus volgen we toch die uitnodigende GR, die kunstig door de gemakkelijkste valleitjes slingert en voortdurend daalt, over kilometers…
Rond 15 u beseffen we twee zaken:
a) we geraken nooit over die crête heen, hoe verder we gaan hoe meer vegetatie er is en hoe minder we kunnen zien hoe en waar we erover moeten.
b) we hebben een acuut watergebrek. We hebben elk nog een liter water en sneeuw is hier op deze lage hoogte (1600-1700) niet meer te vinden. Water evenmin, uiteraard. We hebben minstens 4 liter nodig om vanavond en morgenvroeg door te komen. Liefst 6 liter, want we zijn flink uitgedroogd na zo een dag in de hitte.
Kortom, we besluiten op onze stappen terug te keren. 500 meter eerder hadden we een miezerige plek vuile sneeuw gezien, amper 70x30 cm groot. Vuile sneeuw of niet,; we proppen er onze waterzakken mee vol, een Micropur erbij en zo hebben we terug elk 2 liter groezelig water. Al één probleem opgelost. Het andere probleem, die crête oversteken, wordt ook aangepakt. Blijkt aartsmoeilijk, het is een zeer scherpe en chaotische lapiaz, met rotswanden, geulen en moordend voor de voeten. Wel 200 meter hoog. Maar het lukt en aan de andere kant dalen we evenveel weer af en plots herken ik het; we zitten aan de AN701, het blaasgat waar we enkele malen aan zijn komen werken! Onder de bult waar we net zijn overgeklommen, ligt de Salle Gargamel!
We moeten echt dringend de tent kunnen zetten, de lucht begint te dreigen en in een onweer hebben we geen zin. Het zoeken naar een geschikte kampeerplek duurt nog een half uur, Ukerdi is immers zo chaotisch dat 3m² horizontaal terrein vrijwel niet te vinden is. Maar tegen 17 u hebben we een gedroomd plekje, te midden van kilometers woeste lapiaz. Met als toetje een grote voorraad propere sneeuw naast de tent.
Oef, de schoenen vliegen uit, want we hebben vandaag weliswaar minder gelopen dan gisteren (zowat 10 km) maar in dit terrein telt dat dubbel! We maken ons plekje vlak en zetten het tentje.
Na het eten is de hemel weer geheel opengetrokken, ik ga wat grotten en gemzen spotten, en Annette gaat met haar schetsblok aan de slag. Plots worden we opgeschrikt door een helikopter die laag rondjes vliegt boven de lapiaz. Een secourshelicopter met in grote cijfers “112” erop. Gelukkig verdwijnt het ding gauw uit ons zicht. Tegen tienen is het bedtijd. De nacht is doodstil en warm; het lijkt wel zomer.
Woensdag 5 mei 2011
De zon maakt ons wakker. We zijn niet gehaast want we zitten op amper 2-3 uur van de bewoonde wereld. Die ochtend ga ik een paar uur lang grotten zoeken, Annette tekent verder. Grotten vind ik maar weinig, doch gemzen zie ik zat. Na 3 km over de lapiaz te hebben gecrost vind ik het welletjes, tijd om te gaan middageten en de tent op te plooien.
Annette is ook tevreden, met een heel mooie tekening in haar schetsblok. We breken ons kamp op, eten en vangen de terugweg aan, langs de gekende “oude” weg die we zowat 15 jaar geleden zo vele malen liepen. Alleen ligt er nu nog veel sneeuw en is het oppassen geblazen om niet door een sneeuwbrug te zakken.
Rond 15 u aan de auto, na een ronduit magnifieke driedaagse. Verplichte kost voor iedereen die het PSM-massief eens beter wil leren kennen. Je loopt er deels rond, deels dwars doorheen. Je beseft dan pas hoe groot en gevarieerd het is.
Rond 18 uur barst een flink onweer los, met hagel en pijpenstelen regen. We bekijken het geamuseerd vanuit onze chalet. Ook ’s nachts gaan de hemelsluizen een paar keer volop open…
Donderdag 6 mei 2011
Op deze rustdag is het ’s ochtends nog redelijk weer, wat ons inspireert om rondom het plateau van Irratzordoky paddenstoelen te gaan zoeken. De vangst is schraal maar we hebben toch weer een mooi wandelingetje door mistige wouden gemaakt!
Vanaf de middag misten we compleet in, en de rest van de dag zal het blijven miezeren en regenen. Al goed dat we geen vierdaagse deden en we dus vandaag nog aan het stappen waren!
In het skistation – totaal verlaten en van een ongezien deprimerende tristesse, ga ik in opdracht van Arsip foto’s maken van de expositie van Arsip in de “Espace Haroun Tazieff”. De expositie moet dringend gemoderniseerd worden en men wilde graag als geheugensteun foto’s van de oude panelen hebben.
Na wat inkopen beneden in Arette plannen we de wandeling van morgen: naar een bergtop met een naam die we maar niet kunnen onthouden: de Pic de Chardekagagna, 1876 m, vanwaar men een geweldig panorama zou moeten hebben. Morgen voorspelt men overigens mooi weer en daar willen we van profiteren.
Vrijdag 7 mei 2011
Mooi is het weer helemaal niet, zwaar bewolkt maar gelukkig zitten we ditmaal niet midden erin, maar hangt het wolkendek heel hoog. Onze wandeling zal wat minder aangenaam worden dan gedacht. We rijden de Col van de PSM over, dalen af richting Isaba tot aan de ex-refuge van Belagua, waar we in 2003 onze eerste wandeling naar de BU56 aanvatten. Het eens zo leuke gebouw is nu totaal in verval, zeer triestig. Uit wat infoborden begrijpen we dat het enkele jaren geleden werd gesloten omdat een refuge niet compatibel was met het natuurpark van Belagua en Ukerdi. Maar wat te denken van de twee nieuwe langlaufstations die men 2 jaar geleden hier vlakbij heeft gemaakt (El Ferial en La Cotienda) inclusief 30 km pistes die IN het natuurpark zijn gemaakt (men heeft er wel eerst een deel van het park voor gedeklasseerd)?
Enkele honderden meter verder is er de vrij grote militaire kazerne, die we zelfs van boven op de Anialarra kunnen zien. Ook dit gebouw is nu verlaten, de deuren zijn dichtgemetseld en het is overduidelijk de bedoeling dat dit ding, net zoals de refuge van Belagua, ter plekke mag wegrotten. Tot zover de ethiek van de Spaanse natuurbeschermers.
Enfin, hier begint onze wandeling en wat blijkt: de gloednieuwe GR12 die we enkele dagen geleden al volgden, passeert hier ook en loopt pal naar ons doel (denken we). Het eerste deel van de tocht is langs de flank van de Pic de Lakhoura: glooiende hellingen vol bloemen en dennetjes. In de vallei van Belagua is de lucht zwart van de regen en even later krijgen we de volle laag. Regenkleding aan en verder maar. Het gaat nu flink omhoog, doorheen een merkwaardig landschap van enorme rotsblokken. Dan bereiken we een col, waarop we amper kunnen blijven staan van de wind. De GR12 verder volgen is geen optie, die daalt aan de andere kant van de col omlaag. We proberen ons te oriënteren, niet zo simpel want we zijn de Franse stafkaart vergeten en moeten het stellen met de povere Spaanse kaart. Rechts van ons, de pyramidale Pic Binbaletta (1758 m). Links van ons, een pad dat heel steil een hoge berg opkronkelt waarvan we denken dat het de Chardekagagna moet zijn, ons doel.
Het regent niet meer, de helling lijkt doenbaar (bij regen zou ze gevaarlijk glad zijn, zo steil is het) en we klimmen omhoog. Een half uur later staan we op een top, of beter we zitten op handen en voeten om niet te worden weggeblazen door de wind. In de verte ontrolt zich het hele PSM-massief voor ons, en vanuit deze hoek lijkt de Anialarra een bergtop met Alpiene allure! Jammer dat het nog zo zwaar bewolkt is, hoewel het weer langzaam aan verbetert.
De hoogtemeter wijst aan dat we op 1980 m zitten, raar want de Chardekagagna is er maar 1893… We zitten dus op de verkeerde berg! Terug omlaag naar de Col dus, waar we op goed geluk de GR12 verder volgen en wat blijkt: die loopt toch naar de Chardekagagna, die overigens nog vele kilometers verder ligt. Middageten en verder maar. We weten dan al wel dat de top halen niet mogelijk zal zijn, er is een echte stormwind op de crêtes en die van de Chardekagagna is bijzonder geëxposeerd (en zelfs levensgevaarlijk bij regenweer). Aan weerszijden gaat het wel 500 m bijna verticaal omlaag.
De GR12 volgt mooi de Frans/Spaanse grens, en dan arriveren we op de Col Chotako (1696 m) aan de voet van de Chardekagagna. We kunnen amper blijven staan van de wind, dus hier eindigt voor ons de tocht. Later nemen we daar wel revanche op!
Terug naar Belagua dus. Onderweg proberen we nog even de top van de Bimbaleta mee te pikken maar ook daar is de wind (die aan zowat 80 à 100 km/u moet waaien) een spelbederver. We genieten nog even van het ongelooflijke uitzicht, dan verder maar. De zon is intussen volop van de partij. De weg is lang, en op het einde beginnen de voeten er genoeg van te hebben. Tegen 16u30 staan we weer aan de auto, met zowat 17 km in de benen. Een echte aanrader, deze wandeling, en bij helder weer doen we ze zeker nog eens.
Om 17 u zitten we alweer te aperitieven op het balkon van de chalet, in een warme zon.
Zaterdag 8 mei 2011
Vandaag is het zo een dag die enkel op de PSM kan voorkomen: mist-regen-mist-gietende regen-miezer en mist wisselen elkaar af. De temperatuur is 10° gezakt. Gelukkig hadden we vandaag geen grootse dingen gepland. In de voormiddag, terwijl Annette haar Spaans instudeert (overmorgen heeft ze examen!), werk ik een paar uur lang de grottendatabase bij en dit verslag.
In de namiddag rijden we naar beneden, naar Arette, om het gloednieuwe “Maison de Baretous” te bezoeken. Het blijkt een revelatie, wie had er in zo’n boerengat een zeer moderne en interessante expositie verwacht! Opgebouwd rond een aantal thema’s, met de meest moderne audiovisuele technieken, ben je al gauw 2-3 u zoet eer je rond bent. Uiteraard veel aandacht voor het culturele en pastorale aspect (de herders, de houthakkers) maar ook over de aardbeving die Arette in 1967 vrijwel geheel verwoestte, en ook over iets dat ons nauw aan het hart ligt: speleologie! Inderdaad, en tot mijn verbazing zijn er 3D-dia’s te zien die me zeer bekend voorkomen, van de Anialarra nog wel. Genomen door Daniel Chailloux. Inclusief ons hoogtekamp!
Ergens staat zelfs de originele lier te kijk die Cosyns maakte en waarmee Loubens aan zijn einde kwam. Een ongelooflijk prutserig geval met fietspedaaltjes. Ernaast staat de solide en goed doordachte elektrische winch van Queffelec. Moet je toch wel gezien hebben.
Nadat we alles grondig bekeken hebben, zijn we weer heel wat wijzer geworden. Het regent nog steeds. Terug naar de chalet voor apero, etentje bij kaarslicht en dan inladen van de auto, want morgen moeten we – jammer genoeg – weer naar huis.
Die terugrit verloopt trouwens nog spannend: ik leg meer dan 1000 km af met een achterwiel dat niet vaststaat. Voor het vertrek hadden we al een vreemd geluid gehoord aan het rechtse achterwiel, maar we hadden niks gevonden. Tot zowat 100 km na Parijs de hele auto begint te daveren. Na onderzoek blijkt mijn achterwiel los te staan, meer nog één van de 5 wielmoeren is verdwenen en de rest staat los, het achterwiel kwakkelt. Wanneer ik de moeren vast draai, breekt er een vierde af. Daarna ben ik heel rustig de resterende 200 km naar huis gereden!
Paul
Link naar een fotoalbum met een selectie foto's van Annette en Paul
Geen opmerkingen:
Een reactie posten