woensdag 30 december 2009

Vlieg er eens uit

Amper twee weken geleden heerste er nog een Hoera-stemming toen we hoorden dat luchthavens eindelijk van plan waren om het verbod op het meenemen van vloeistoffen te versoepelen. Na wereldwijd 7 miljard flesjes cola, 320 miljoen tubes tandpasta en honderdduizenden liters after-shave te hebben afgepakt van onschuldige reizigers, en die mensen ellendig lange wachttijden en files te hebben laten doorstaan, waren de luchthavenauthoriteiten eindelijk tot het inzicht gekomen dat de kans dat een terrorist een “vloeistofbom” zou gebruiken, astronomisch klein was. En dat wisten wij natuurlijk al lang, maar paranoïa kent geen grenzen, zeker niet als hij komt overwaaien vanuit de Ustated Nights.
Maar helaas! Alsof de duivel ermee speelde: amper enkele dagen na deze goednieuwsshow probeerde een “onderbroekenbommer” een vliegtuig op te blazen met “the real thing”. Geen Coca-cola, Chanel No 5 of Williams Lawson’s ditmaal, nee met een verdomd krachtig explosief.
En je raadt het al, er is weer een nieuwe waslijst maatregelen op komst. Delta Airlines heeft als eerste nieuwe veiligheidsmaatregelen aangekondigd voor vluchten naar en binnen de VS:
  • een verbod op het gebruik van elektronica in het laatste uur van de vlucht (waarbij men zich de vraag kan stellen waarom enkel in het laatste uur; je kan een aanslag evengoed in het eerste uur plegen).
  • een verbod om nog op te staan in het laatste uur van de vlucht (zelfs niet om naar het toilet te gaan).
  • een verbod om kinderen, ouderlingen of hulpbehoevende passagiers bij te staan in het laatste uur van de vlucht.
  • dit betekent waarschijnlijk dat op vluchten van minder dan 90 minuten in het geheel niet meer mag worden opgestaan.
Jezus! Je zal maar een zwakke blaas hebben! En wie gaat dat controleren en afdwingen? Gaat er voortaan een politie-agent mee op elke vlucht? En dit zijn dan de maatregelen die gelden aan boord van het vliegtuig, maar het ergste moet nog komen: wat gaat er voor het inschepen gebeuren?
Indien we even de historiek overlopen…sedert een terrorist zijn schoenzolen vol springstof had gestopt en er in 2001 een vliegtuig mee wilde opblazen, worden op de meeste luchthavens onze schoenen nauwgezet van binnen en van buiten bestudeerd en besnuffeld. En nu is er dus een terrorist geweest die het spul  in zijn onderbroek heeft gestopt. Kan je wel nagaan wat ons te wachten staat. En ik die maar eens in de twee weken van onderbroek wissel! Ik zal me maar beter niet meer per vliegtuig verplaatsen. Maar of deze onderbroekinspectie gaat helpen? Neen hoor. Want waarom zo een terrorist dat spul in hemelsnaam in zijn onderbroek steekt, of in zijn schoenen, is mij een raadsel. Gewoon inslikken die bom! Of, even goed lubrificeren en schuif het dan je-weet-wel-waar. Oei, aan dit laatste durf ik echt niet te denken. Zo één mislukte aanslag en er staat ons een volledig rectaal onderzoek te wachten voor we aan boord mogen, en een verbod op het laten van scheten op vluchten van minder 90 minuten.
Tja, het probleem is dus dat je met zelfmoordterroristen te maken hebt. Ze zitten mee aan boord en gaan mee ten onder, en dus kan je als terrorist maar beter op een milliseconde tot filet-americain worden geblazen door die kilo springstof in je maag, dan minutenlang in steile duikvlucht omlaag te suizen in een vallend vliegtuig vol gillende passagiers. Nee, die kerels kan je echt niet tegenhouden hoor. Wanneer iemand bereid is om te sterven voor zijn ideologie, dan mag je verzinnen wat je wil: het zal niet helpen.
Het is een angstwekkende gedachte, voorwaar. En telkens weer opnieuw proberen regeringsleiders de bevolking te sussen, en te beliegen en te bedriegen, en wijs te maken dat men al die terroristen wel zal tegenhouden. Met een “Full Body Scanner” was deze terrorist zeker opgemerkt, hoor je dan. Nonsens! Mocht die terrorist hebben geweten dat hem een Full Body Scan te wachten stond, dan had-ie het spul wel ergens anders gestopt hoor.
Full Body Scanners, dat is nu weer wat er op ons afkomt. Gaan we daar allemaal in ons virtueel blootje staan voor een of andere veiligheidsagent, in een apparaat dat mogelijk ongezonde straling afgeeft.
 fullbodyscanuntitled
Mensen, ik mag er niet aan denken. En ik heb echt wel te doen met die veiligheidsagenten, die de hele dag op al die bierbuiken, hangborsten en blubberbillen moeten staren, in de hoop er ergens een Kalasjnikov in te herkennen. Want een mens in zijn blootje is niet steeds een opbeurend schouwspel, en de foto’s (zie boven) waarmee ze die apparaten willen bekend maken bij het grote publiek, zijn daar de perfecte illustratie van. Wat een griezels!
En gaat dat dan iets helpen, behalve dan aan het feit dat de fabrikanten van body-scanners gouden zaken gaan doen? Maar nee, zo’n apparaat scant enkel de lichaamsoppervlakte, en zoals eerder gezegd: IN een mens is er heel veel plaats om dingen weg te stoppen die het daglicht niet mogen zien. Wat ons dan automatisch tot de volgende stap brengt, die er ooit wel van zal komen: een verplichte passage in de MRI-scanner, voor een full-body-scan, van binnen en van buiten. Het spreekt vanzelf dat we ons dan geen drie uur, maar 24 uur op voorhand voor de check-in zullen moeten aanbieden.
Tenslotte: en wat met al die bagage in het ruim? Daar steek je toch gewoon in wat je wil? Wie controleert er dat?
Nee, het is allemaal uit de hand aan het lopen, vrees ik. Alle rationaliteit is ver te zoeken. De grens tussen “de veiligheid van passagiers waarborgen” en “Big Brother is watching you” is flinterdun geworden. En, is het u ook al opgevallen dat het steeds maar weer over vliegtuigen gaat? Maar een volgepakte autobus dat is ook gauw 100 man, een trein zijn er 500 of 1000 en op een ferry duw je minstens evenveel mensen op, maar dan nog samen met hun auto (al dan niet volgestouwd met dynamiet). Daar hoor je dus nooit iets over.
De luchtvaartsector is zich langzaam maar zeker om zeep aan het helpen. Wat ben je met een vliegtuig dat in anderhalf uur van Charleroi naar Rome vliegt, wanneer je 5 uur voor het vertrek al aanwezig moet zijn, om vervolgens urenlang te staan of zitten wachten en dan als een misdadiger te worden behandeld, uitgekleed, gefouilleerd en gescand, om daarna in een vliegtuig te worden gestopt waar je niet mag rechtstaan, en zelfs geen scheetje meer mag laten?
Ik neem voortaan wel weer de auto, of de TGV.

dinsdag 29 december 2009

Onderbroekbom

Ziezo hier zijn we weer. Natuurlijk verwacht iedereen dat ik het hier uitgebreid over de “drie Franse speleologen” ga hebben die vast zaten in een grot (vooral wetende dat het kameraden van mij waren, en dat ze op hetzelfde massief exploreren als wij: de Pierre-St-Martin). Maar nee hoor. Ik ben het nl. wat beu om tegen windmolens te vechten, de pers is zo een machtige tegenstander, daar kan je niet tegenop. Al gooi je de hele Toren van Pisa naar Berlusconi zijn kop.

Tienduizenden speleologen beoefenen elke week hun hobby in honderden grotten doorheen de wereld. Wat ze daar doen, en ontdekken, interesseert de pers geen bal. Enkel als er een ongeluk(je) gebeurt, wat hooguit enkele keren per jaar voorvalt (geen enkele andere sport kan zo’n lage ongevallenstatistiek voorleggen!), zijn die mediahaaien daar weer.

Wel, ik ben eigenlijk tot de conclusie gekomen dat we veel beter elke week een ongeluk zouden hebben. Immers, elke dag verongelukken er tientallen automobilisten of breken honderden skiers hun poten. Geen haan die er nog naar kraait, die zich vragen stelt over het menselijke leed en de kost voor de gemeenschap, die spreekt over het verbieden van auto’s of skisport. Het hoort er gewoon bij. Wel, zou het niet fantastisch zijn mochten de mensen eens beginnen inzien dat zo nu en dan een probleempje, 500 meter diep onder de grond, er eigenlijk ook bij hoort?

Weet je, ter illustratie van hoe de media echt maar enkel geïnteresseerd zijn in sensatie, enkele voorbeelden. Vorig jaar had er ook ergens een speleoloog een probleempje, de pers sprong er weer op en ik werd opgebeld door een journalist. Ik vroeg hem waarom ze ons enkel maar wisten te vinden wanneer er een probleem was. Waarom eens geen artikel over onze laatste ontdekkingen? Het verbaasde antwoord van de reporter: “jamaar meneer, dat heeft toch geen enkele nieuwswaarde?” En deze week was het weer van dat. Zaterdag contacteert een journaliste van een krant me. Ik ben aanvankelijk wat weigerachtig maar soit we komen tot een goed gesprek, deze dame belooft me haar huiswerk goed te maken en ik krijg inzage- en correctierecht in haar artikel dat ze zondagavond moet inleveren. Zondagavond weet ze me te melden: wegens een terrorist met een bom op een vliegtuig is er geen plaats meer voor een artikel over speleologie.

Geen plaats meer, laat me niet lachen! In een krant die 80 pagina’s dik is? Maar intussen waren de drie speleologen terecht, en zelfs volledig op eigen kracht en zonder “gered” te zijn, uit hun penibele situatie kunnen ontsnappen. Nieuwswaarde plots zero, natuurlijk. Hadden ze daar nu geen dag of 5 langer kunnen vastzitten?  Dàt hadden de media eigenlijk echt wel gehoopt en gewild. Maar die onderbroekenbommer, dat was nu plots weer het voorpaginanieuws. En toegegeven hoor: die knaap heeft het wel heel bont gemaakt. En de inzittenden van dat vliegtuig zijn echt wel aan de dood ontsnapt. Jan-met-de-pet die weer commentaar leverde van “och met zo’n paar grammetjes springstof had hij amper zijn ballen kunnen in de fik steken”, zat er ditmaal flink naast. Want met 80 gram pentriet blaas je probleemloos een gat in de romp van dat toestel: het is een van de krachtigste en snelste explosieven die er zijn. En zo het vliegtuig toch in de lucht was gebleven, was iedereen die 3 rijen voor of achter deze terrorist zat, op slag dood geweest. En het akelige is dat ik echt niet inzie hoe men op luchthavens dat allemaal gaat kunnen voorkomen. Volgens mij is het onder de grond toch heel wat veiliger dan hoog erboven!

Mijn dagelijkse wandeling doorheen de kranten verderzettend stuit ik op op dit nieuwsitem, dat ik toch wel in mijn Top 5 van 2009 moet onderbrengen.

GASLEK BLIJKT WINDERIG ZWIJN

Vijftien pompiers zijn in Australië met twee brandweerwagens uitgerukt voor een gaslek. Bij aankomst op de plaats des onheils bleek dat de stank veroorzaakt was door de scheten van een zwijn. "Eenmaal aangekomen bij het 'gaslek' konden we inderdaad een doordringende geur waarnemen", aldus de brandweercommandant. "We konden het 'lek' ook horen knorren. Het bleek om een winderig varken te gaan".

Hilarisch. Die pompiers toch! Altijd gereed om in de spotlights te komen. Staan ze niet met zijn vijftienen aan een grotingang te koekeloeren om aldus de indruk te wekken dat zij degenen zijn, die speleoreddingen uitvoeren, dan gaan ze wel ergens winderige varkens blussen. Overigens, ik ken mensen die gerust met dat zwijn kunnen wedijveren.  

donderdag 24 december 2009

Wie we daar weer hebben!

Jawel, Polleke Pik. Na een (zes)maandenlange afwezigheid op de blog-o-sfeer terug uit de doden herrezen. Waarom zo lang weggeweest? Wel, wie mij kent weet dat ik een bezige bij ben, stilzitten ligt niet in mijn aard. En als ik iets doe, probeer ik het goed te doen, middelmatigheid is een woord dat niet in mijn woordenboek staat. Allicht is dat één van mijn minder aangename kantjes, want wie bij mij afkomt met prutswerk, iets dat gauw in elkaar geflanst is of onvoldoende doordacht is, krijgt gegarandeerd de wind van voren. Sorry, het is sterker dan mezelf. Gelukkig zijn mijn huisgenoten ook al zo’n Pietjes Precies (vrouwlief is nog erger), anders zou dat alle dagen botsen.

Maar dit terzijde, waar het over ging was dat ik met heel veel ben bezig geweest en dat het allemaal veel tijd in beslag nam, omdat het goed moest zijn. Van de eerste keer, liefst. Dat waren dan werken in het huis (een nieuwe vloer of zolderisolatie bv.), maar vooral een massa zaken die te maken hebben met speleologie: de voorbereiding van de zomerexpedities, en de nasleep ervan (verslagen, foto’s, topo’s enz).

Bovendien was het een zorgelijke periode op professioneel vlak. Twee jaar geleden kreeg het bedrijf waar ik werkte een nieuwe baas, een Hollander (say no more!). Ik wil aan die man niet teveel woorden vuil maken (ik heb die sector van mijn brein reeds geherformatteerd), alleen dat hij het levende bewijs was van het Peter’s Principle (in een loopbaan promoveert men tot op het niveau van zijn incompetentie), en dat hij een bloeiend en gezond bedrijf op een mum van tijd virtueel failliet heeft gekregen. De man is een maand geleden aan de deur gegooid… oef. Een nieuw leven begint, maar het zal moeilijk zijn want de firma is er slecht aan toe, zodanig zelfs dat er binnenkort een periode van tijdelijke economische werkloosheid begint, voor de bedienden.

Kortom, ik had wel andere dingen aan mijn hoofd dan verhaaltjes schrijven op mijn blogje. Maar er is beterschap in zicht! Binnen twee maanden word ik 50. Een vreselijke gedachte voor sommigen, maar ik kan amper wachten tot het zover is. Want, vanaf dan ga ik nog slechts halftijds werken. Hoezo? Leg uit!

Wel, ik heb met werken steeds een haat-liefde verhouding gehad. Elke dag werken is er één dat ik niet met mijn geliefkoosde hobby’s kan bezig zijn. Niet dat ik niet graag werk, maar als ik het één tegen het ander afweeg weet ik wel wat ik het liefste doe. Vandaar dat ik 10 jaar geleden reeds vrijwillig een dag per week heb laten vallen. Deeltijds dus, 4/5. Mijn collega’s verklaarden mij gek, dat was slecht voor mijn carrière, financieel onmogelijk, en de firma ging dat nooit toestaan. Maar eigenlijk waren ze gewoon een tikkeltje jaloers, en chagrijnig ook omdat zij niet de moed hadden om naar de baas te stappen en voor hun zaak op te komen. Maar, beste vrienden: geloof het van iemand die het kan weten: een mens zou wat vaker zijn hart moeten volgen in plaats van zijn rationeel verstand en zijn portemonnee. Elk weekend van de voorbije 10 jaar was er dus een van drie dagen…. wat een luxe! En financieel zijn we altijd rond gekomen… een mens past zich wel aan.

Maar… die weekends van drie dagen blijken nu al enkele jaren te kort te zijn, want ook dààr past een mens zich aan aan. Dus weer stress, want thuiskomen van je werk en vervolgens elke avond tot half twaalf bezig zijn met je hobby's, en de minder leuke kanten ervan (vergaderingen bv), is niet zo leuk.

Vandaar dat ik heb besloten om voortaan nog minder te werken. Vanaf de leeftijd van 50 jaar kan je immers in het stelsel van “Halftijds tijdskrediet 50+” stappen. Speciaal bedoeld om te “ontstressen” en je carrière rustig te eindigen. Minder radicaal dan gewoon stoppen, waarbij ook voor het bedrijf jouw kennis verloren gaat. Een zogenaamde “landingsbaan”: na een lange vlucht op grote hoogte komt het vliegtuig nu geleidelijk aan naar beneden. Je verdient nog maar de helft uiteraard, gelukkig is er een maandelijkse premie van de RVA, ter compensatie. Enkele honderden euro’s, verwacht van de RVA geen wonderen en bovendien zit onze op geld beluste regering daar geregeld aan te knabbelen. OK, de financiële kant van de zaak is dus minder interessant (maar ook daar zullen we ons aan aanpassen hoor), doch de voordelen zijn enorm.

Ten eerste, kan je in dat stelsel blijven tot aan je pensioen, en voor de berekening van je pensioen telt het mee als zijnde voltijds gewerkt. Ten tweede, heb je bij eventueel ontslag recht op een werkloosheidsvergoeding gebaseerd op een voltijds loon. En over ontslag gesproken: je wordt een beschermde werknemer, bij ontslag moet men je 6 maanden extra opzegvergoeding betalen. Maar het mooiste is: het is een recht. Je baas kan het niet weigeren, hooguit 12 maanden uitstellen, enkel indien je een sleutelpositie vervult in het bedrijf (maar die sleutelposities moet dan wel van tevoren in een CAO of arbeidsreglement beschreven zijn!). Wel is er een maximum drempel, afhankelijk van de sector, bij ons is het 7%: indien meer dan 7% van de werknemers dit stelsel aanvragen, kan men het wel weigeren. Doch, in die berekening tellen de 50-plussers die al in het stelsel zitten niet mee. Ik ga hier nu niet alle voorwaarden uit de doeken doen, het is wel wat ingewikkelder dan dat natuurlijk, maar waar het op neerkomt: een massa mensen zouden probleemloos een 4/5 of 1/2 tijdskrediet kunnen krijgen vanaf ze 50 jaar zijn, maar ze durven niet. Voor hun baas of voor hun centen. Als je hen dan vraagt is het van: “wat zal de baas denken” of “dat gaat hij nooit toestaan in mijn positie” of “dat mag hier op het werk niet voor mensen met mijn job”. Larie en apenkool! De baas heeft voor één keer niks te willen. Het is jouw recht. In het slechtste geval kan hij het 12 maanden uitstellen. En vanaf je de aanvraag hebt gedaan, word je al een beschermd werknemer. Enfin, ik wil niemand pushen, want financieel moet je het ook zien zitten natuurlijk, maar feit is dat veel mensen gewoon niet weten wat het is en wat hun rechten zijn.

Kortom, vanaf 1 maart 2010 ga ik dus nog maar 50% werken. Telkens een week van 3 werkdagen (dinsdag, woensdag en donderdag) gevolgd door een van 2 werkdagen (dinsdag en woensdag). Anders gezegd: weekends van telkens 4 of 5 dagen. En het eerste jaar heb je recht op al je vakantiedagen van het jaar ervoor, dus ik ga zwelgen in de vakantie (want met 2 dagen vakantie ben je al een week thuis of weg!).

Begrijp je nu waarom ik aftel naar mijn 50ste verjaardag? En ‘t is beloofd: er zal terug geblogd worden, over koetjes en kalfjes en dagdagelijkse zaken.

Maar wat ik me toch wel een beetje afvraag, soms…: zou ik me nu niet gaan vervelen?

maandag 8 juni 2009

Feest ze!

Gisterenavond hebben we ten huize Polleke onze lekkerste trappistjes uit de kelder gehaald want er viel iets te vieren: het Vlaams Behang dat zomaar ineens pats-boem 1/3 van zijn stemmen kwijtspeelde tijdens de verkiezingen van 7 juni 2009 voor het Vlaams Parlement. Over heel Vlaanderen geraakten ze nog amper aan 15%, in Antwerpen vallen ze terug van 35% naar 23%.

Dat ik dat nog mag meemaken. Thank you, Lord! The Rise and Fall of the VB, starring Filip, Gerolf, Bruno, Marie-Rose and many more. Nu maar hopen dat de neergaande trend in dezelfde lijn verdergaat en dat er ooit een tijd komt, dat heel die nare troep fascisten, neo-nazis en racisten dood en vergeten is.

image

Ach, hebben ze het niet aan zichzelf te danken? Wat een kleffe campagne: affiches die associaties met Arische zuiverheid en übermenschen opwekken, met een klein blond jongetje erop met Vlaamse oorlogskleuren en een slagzin van het zelfde soort als "Jüden Raus". Jakkes! Overigens, enkele jaren geleden stond er een auto voor mij met een zelfklever van het VB met daarop een blank kind en het onderschrift “’t is fijn blank te zijn”. Om te kotsen! Tegenwoordig verkoopt het VB die stickers niet meer, ze moesten nl. wat aan hun racistische imago doen, herinnert u zich nog wel? Maar toch: ‘t is maar dat je weet wat met wat voor gespuis je te maken hebt.

Brulboei Dedecker zijn haring braadde ook al veel minder goed dan er eerst werd voorspeld. Op zijn lokale fanclub na, liep het in de rest van Vlaanderen niet storm voor ‘s mans “programma”. Oef… en ook daar hef ik het glas trappist op!

Het enorme stemmenverlies van het VB toont overigens aan dat de gemiddelde Vlaming minder racistisch en extremistisch is ingesteld dan men denkt. Ongetwijfeld was het een groot deel van hun vroeger kiezerspubliek daar ook niet om te doen, maar wel om het uitsproken Vlaams karakter van de partij. Nu er enkele andere partijen zijn (NVA, LDD) die datzelfde thema bespelen, zijn die kiezers maar wat blij dat ze bij die gorilla’s-in-maatpak van het VB kunnen gaan lopen en ergens anders hun pro-Vlaamse stem uitbrengen.

De winnaar van de verkiezingen is het NVA en kopman Bart De Wever, de “bijna-slimste mens ter wereld”. Wel het is hem gegund, die Bart. Ik kan hem best pruimen, de kerel is zeer intelligent, uitermate welbespraakt, een droge humorist en hij vecht voor zijn zaak op een nette manier, zonder te vervallen in gebrul (LDD) of racistische praat (VB). Mijn stem kreeg hij niet, daarvoor ligt zijn standpunten wat te ver van de mijne vandaan. Niet dat ik niet om de Vlaamse zaak geef hoor. Van mij mag BHV direct, in minder dan 5 minuten opgelost worden, want wat daar gebeurt is een schande. En daarvoor moet je geen grondwetspecialist zijn om het te weten. Dat weten zelfs onze Waalse vrienden, alleen durven ze het niet toegeven.

Ik ben zeker voorstander van een verdere staatshervorming. Ik zeg “verdere”, want er zijn er al enkele geweest hé. En als je iets goed, doe het dan goed. Nu zitten we met een situatie waarin bepaalde materies gefederaliseerd zijn, en andere niet. Een echte vis-noch-vlees situatie, en die moet eens uitgeklaard worden. Maar het is me niet direct prioriteit nummer één. Er zijn belangrijker varkentjes te wassen. En wat ik al zeker niet wil is een onafhankelijk Vlaanderen: België moet blijven bestaan, het is zo al klein genoeg. Vlaanderen en Wallonië horen samen, voor eeuwig en altijd. Vandaar dat Bartje De Wever mijn stem niet krijgt, en nooit zal krijgen. Tenzij hij morgen afstapt van zijn idee om België te splitsen, en afkomt met constructieve oplossingen om de eenheid in dit land te herstellen. Met behoud van ieders rechten, taal en eigenheid... maar zorg wel dat nu eens eindelijk iedereen elkaars taal spreekt. Perfecte tweetaligheid, voor elke Belg. Daar droom ik van, en de politieker die daarvoor wil vechten, heeft mijn stem.

Nu, zoveel reden tot feestvieren was er eigenlijk ook weer niet. Want we stellen toch wel vast dat Vlaanderen hoe langer en meer verrechtst, en dat is geen gezonde zaak. De linkervleugel in Vlaanderen is nu nog amper 20% groot… terwijl het in Wallonië net omgekeerd is, daar bekoorde links meer dan de helft van de kiezers. Ecolo won de verkiezingen (proficiat!) en de Parti Socialiste bleef – ondanks alle schandalen – standhouden. En ook het CDH is uitgesproken links. Vlaanderen en walloniê lagen nooit zo ver uiteen. Hoewel? Een half uur rijden en je bent er. Zo zie je maar hoe relatief het allemaal wel niet is.

dinsdag 21 april 2009

Lentekriebels

De vogeltjes die al om 5 uur ‘s ochtends een waanzinnig kwetterconcert inzetten. De Japanse kerselaars in de straat die in bloei staan (en bij de minste windstoot voor roze sneeuwbuien zorgen). Paasbloemen in de tuin. Kikkervisjes in de vijver. De eerste vlinder gezien (een Atalanta). Mijn korte broek aangetrokken gisteren. Mijn Teva-sandalen vanonder het stof gehaald. Tortelduifjes in de boom op de oprit. Zoveel primeurs kan maar één ding betekenen: het is weer lente!

Ha die lente! Kale takken worden op enkele weken tijd frisgroen. De rabarber begint te groeien. Vogeltjes slepen verwoed takjes en twijgjes aan. Iedereen leeft op. Weg met die wintermoeheid, je voelt je herboren en weer jong (zolang je niet in de spiegel kijkt, want dat is de beste manier om met de voeten op de grond te worden gezet: je bent een vent van bijna 50, Polleke.) Eindelijk weer met de fiets kunnen gaan werken zonder met afgevroren poten thuis te komen. ‘s Avonds aperitieven in de tuin. Van mij mag de lente het hele jaar door duren!

Hoewel. Hooikoorts. Het gras elke week afrijden. De haag om de maand knippen. De wegenwerken die weer overal beginnen. Die files! Die Hollanders met hun sleurhutten op de weg. Maar vooral: verkiezingen in aantocht. Ik krijg daar nu al het zuur van. Net terug van een weekje vakantie en wat is het eerste waar je mee geconfronteerd wordt: de fratsen van Jean-Marie Dedecker, die in plaats van te doen waar hij voor betaald wordt – parlementslid zijn – zich Hercule Poirot waant en privé-detective speelt. 

dedecker 12Jean-Marie Dedecker, de buffel, “de man die zijn gedacht durft zeggen”.  Wil je mijn gedacht weten? Venten die Jean-Marie heten, daar heb ik mijn gedacht over! Ze kunnen het niet zelf helpen, maar het is mij wat te toevallig:  Pfaff, Happart, Le Pen zijn ook allemaal met die halve vrouwennaam opgezadeld. Maar kom, ik gun ze het voordeel van de twijfel, tenzij ze de “H” en de “G” niet kunnen uitspreken. En daarin faalt Dedecker jammerlijk, dus is die kerel bij mij geklasseerd. Enkele maanden geleden hoorde ik hem bezig bij Kathleen Cools (een dame die ik best kan pruimen) over het “gele” land. Kathleen herhaalde met een fijn glimlachje “het Gele land, meneer Dedecker?” waarop de Dedecker een hoofd als een tomaat kreeg en stotterde; “dat zei ik toch, het Hele land”. Hilarisch. Terug naar de kleuterklas, Jean-Marie, leer maar eens eerst praten. Overigens, dat er simpele zielen zijn (en veel, volgens de peilingen) die op deze populistische, platvloerse, corrupte, opvliegende, gestoempten boer zouden stemmen, blijft een van de wonderlijkste zaken van de afgelopen jaren. Die man dat is één grote bubbel van gebakken lucht. Dat zie je, dat ruik je en dat hoor je onmiddellijk, en als je ‘s mans handel en wandel de voorbije jaren wat hebt gevolgd dan weet je het ook. Hij heeft over alles iets te zeggen maar in feite heeft hij niks te zeggen. Even de (40!) standpunten bekeken: http://www.lijstdedecker.com/nl/onze-standpunten-762.htm.   Een voorbeeld:

Leefmilieu: Milieu en energie zijn geen bedreiging, maar een opportuniteit voor meer welvaart. De uitdaging voor een gezond milieu en de zoektocht naar nieuwe energiebronnen zullen de komende decennia zowel de wetenschap als het bedrijfsleven in hun greep houden.

Dat is het. Meer niet. Een vaststelling dus, zelfs geen standpunt. Twee regeltjes lang. Ziehier wat Lijst Dedecker over het thema “leefmilieu” weet te zeggen, een thema waarover zelfs de mening van een 12-jarige minstens 3 bladzijden bestrijkt. En wat zijn nu in feite uw concrete voorstellen en oplossingen, Jean-Marie? Humm… nog niet over nagedacht? Vraag het anders eens aan die Troela Werbrouck uit uw LDD-entourage. Heel benieuwd wat zij hierover te vertellen heeft.

Idem ditto voor de andere 40 standpunten. Het is allemaal zo schraal, zo flinterdun, zo voorspelbaar en vooral zo populistisch. De boetes zijn te hoog. Er staan teveel flitscamera’s. De elektriciteit is te duur. Er zijn teveel wetten en regeltjes. Er zijn teveel profiteurs (werklozen, bruggepensioneerden). De Walen pikken ons geld. BHV moet gesplitst worden. Prins Laurent verdient te veel. Er staan teveel windmolens. En te weinig kerncentrales. We betalen teveel belastingen. En we krijgen te weinig pensioen.

GEEEUW!!

Tuurlijk, Jean-Marie, je hebt soms gelijk. Maar het is niet met een waslijstje te maken van 40 voor de hand liggende zaken die de gemiddelde tooghanger frustreren, dat je je een politieker kan/mag noemen. Oplossingen moeten er worden voorgesteld. Concreet uitgewerkte plannen. Hoe gaan we dat doen, wanneer, wie, wat gaat dat kosten, hoe gaan we dat realiseren en financieren. Dàt noem ik een partijprogramma.

Maar zover is JMDD nog niet. Eerst brullen, verkozen geraken en dan zien we wel verder.

En voor zo iemand zou 16% van de Vlamingen gaan stemmen? Tja… ergens ben ik niet verbaasd, wetende dat er ook nog eens 15 à 20% voor een fascistische partij stemt waarvan één kopstuk op een Neanderthaler met één doorlopende wenkbrauw lijkt, een ander op een beenhouwer die met zijn smoelwerk in de gehaktmolen is gevallen en een derde op een plechtige communicant.

Arm Rechts Vlaanderen. Het wordt er niet beter op.

Maar! Toch kunnen de Jean-Maries, Filippen of Gerolfen van deze wereld mijn goed lentehumeur niet bederven. Er is trouwens nog iets anders dat me de voorbije weken geregeld toelaat mijn zwaarwichtige beslommeringen over het steeds rechtser wordende Vlaanderen van mij af te zetten. Ik kreeg nl. enige tijd terug van één van mijn goede vrienden, die zich terecht muziekverzamelaar mag noemen, een massa oude platen cadeau. Netjes gedigitaliseerd, zodat ik nu tijdens mijn computerwerk ‘s avonds steeds muziek in de oren heb. En zo ontdek ik weer vergeten pareltjes van uit mijn jeugd, zoals gisteren nog, de eerste soloplaat van Peter Gabriel. Genieten, van parels als Solsburry Hill, Moribund the Burgemeister, Humdrum. En vooral Modern Love, met niets aan de verbeelding overlatende, magistrale lyrics. In geen 20 jaar gehoord, en toch kende ik ze nog woord per woord:

So I worship Diana, by the light of the moon

When I pull out my pipe, she screams out of tune

Da’s nogal wat anders dan “obladi, oblada, life goes on”.

Zeg en euh, merci hé Rudi. Steeds tot wederdienst bereid.

maandag 23 maart 2009

Onzekerheden

Er zijn geen zekerheden meer. Eerst werd Flor Koninckx, u weet wel de ex-oppergendarme van Kijk Uit, en momenteel SPA Vlaams Parlementslid, aan de kant gezet, in licht benevelde toestand.
De Florimond, overigens vroeger wel een sympathieke knul vond ik (hoewel, een sympathieke gendarme, dat is misschien toch wel wat ver gezocht), was net gestart met een eigen Blog waarin hij ons op tijd en stond attent maakte voor de gevaren van het vurige vocht. http://www.florkoninckx.be/index.asp?par=f_blog.detail&id=55
Tot die noodlottige 21 april 2008 kwam, dag waarop ’s land verkeersmoraalridder zelf in het zakje moest blazen en positief bevonden werd. Flor had een kleine misrekening gemaakt in het optellen van alle glaasjes wijn, aperitiefjes en pousse-cafés. Hoofdrekenen is nooit zijn specialiteit geweest. Kleine daad, grote gevolgen: Flor mocht bij de SPA inpakken als verkeersdeskundige, was zijn jarenlange opgebouwde geloofwaardigheid kwijt en werd het onderwerp van ontelbare grapjes. Volkomen terecht. Op zijn blog repte Florretje met geen woord over zijn wedervaren. Soms is zwijgen de beste verdediging.
Nu is het dan de beurt aan de Antwerpse urgentiearts Luc Beaucourt, die gisteren aan zomaar even 186 km/u over ’s land snelwegen scheurde in zijn BMW X5. Ik wil me niet uitspreken over de staat van verdienste van deze man, die ongetwijfeld honderden verkeerslachtoffers terug aan elkaar heeft genaaid en deze mensen er al dan niet heeft door gehaald. Maar ik trek mijn wenkbrauwen wel heel ver op wanneer ik lees dat deze diehard pleitbezorger van veilig verkeer, met een BMW X5 rijdt, een wagen met het voorkomen, het verbruik en de aerodynamica van een Leopardtank; een fietser- en voetgangerkiller bij uitstek. Mocht hij daar nu nog gezapig mee rondsnorren, het gaspedaal ecologischgewijs amper beroerend en met grote voorkomendheid ouden van dagen en moeders met kinderwagens voorrang verlenend, dan zou ik nog zeggen, ach kom: laat hem de dikke nek uithangen met zijn aso-bak, hij doet er niemand kwaad mee.
Maar nee, meneer scheurt daar dus met waanzinnige snelheid mee over Gods wegen. Draaikolken in de benzinetank en kilograms CO2 uitstotend, de andere weggebruikers in gevaar brengend: het kan deze would-be Lewis Hamilton geen reet schelen. Oh maar misschien was hij onderweg naar een verhakkeld voertuig met daarin enkele stervende verkeersslachtoffers? Nee hoor, het was al laat, hij moest morgen om 7u opstaan en wilde zo rap mogelijk thuis zijn.
Zo'n lamlendig excuus vind je zelfs op http://www.watisuwexcuus.be/nog niet terug!

Op minder dan één jaar tijd worden twee iconen op vrijwel dezelfde manier geklist, en publiek neergesabeld. Terecht, als u het mij vraagt. Minder terecht is het feit dat in één ruk alles wat beide heren in hun loopbaan hebben verwezenlijkt (en dat is heel wat) van tafel wordt geveegd. Dat is de tol van het Bekende Vlaming zijn. Ik heb er alvast geen grein medelijden mee.

donderdag 19 februari 2009

Kastelen, Catharen en grotten

Annette en ik zijn net terug van een weekje zalige ontspanning in het Zuiden van Frankrijk, meer bepaald in het departement Aude. De Boeing 737-800 van Ryanair zette ons donderdagavond stipt op tijd neer op het tarmac van het onooglijk klein vliegveldje van Carcassonne, waar we werden opgewacht door Stoche en Madé die ons met hun goede zorgen zouden omringen.
Landing in Carcassonne
Het werd een drukke week waarbij we veel vrienden mochten weerzien en konden genieten van de Franse (en Belgische) gastvrijheid her en der.

De eerste dag (vrijdag de 13de) reden we naar het zuiden van de Aude, een rit van bijna 2 uur doorheen prachtige berglandschappen waarvan de toppen glinsterden van de versgevallen sneeuw. Doel waren twee magnifieke burchten die als arendsnesten op de rotsen lagen, Queribus en Peyrepertuse, waar de Catharen zo’n 800 jaar geleden de kruisvaarders, die de katholieke Roomse kerk had uitgezonden, decennia lang weerstonden.
Het bolwerk van Peyrepertuse
Het was mooi maar koud weer met een felle wind, en we waren dan ook vrijwel alleen in deze mysterieuze ruïnes. Urenlang dwaalden we hier in rond, ondertussen luisterend naar de zeer accurate uitleg van Stoche die de historiek van zijn departement als geen ander kent.
Het bolwerk van Peyrepertuse

Eens terug in Carcassonne moesten we ons haasten want rond 20u werden we verwacht bij speleovrienden Michel Renda en Marie, in Castelnaudary. Dat stadje beweert de cassoulet te hebben uitgevonden en cassoulet hebben we gegeten! Dagen later nog plezier van gehad, een gasfabriek was er niets tegen.
Cassoulet, wat anders?

Dag 2 (zaterdag 14/2) troonde Stoche ons mee naar het massief waar hij al zijn hele leven op zoek is naar de veronderstelde collecteur van Rieussec. Her en der heeft zijn club de nodige “chantiers” met klinkende namen als La Porcelaine, Vent d’Anges of Condamine. Ondanks heel mooie ontdekkingen zoals Vent d’Anges of Aven de Castanviels, mochten zij nog niet doordringen tot de mythische ondergrondse rivier. Dat komt wel, de volhouder wint.
Zicht op Cabrespine, 400 m onder onze voeten stroomt de mythische collecteur
In de buurt van Castanviels wipten we binnen bij een speleovriend (Michel Revel) en tot onze verrassing logeerde daar een andere vriend van ons, Joel Danflous, een ARSIPien van het zuiverste water die we al jaren kennen van onze exploraties op de Anialarra. We werden prompt uitgenodigd aan tafel, en na 3 uur tafelen waren we zodanig volgegoten met heerlijke wijn, likeurtjes en cognacjes dat we maar afzagen van ons verdere namiddagprogramma.

Dag 3 (zondag 15/2), vroeg uit de veren want we hadden afspraak om de Grotte de l’Aguzou te bezoeken, onder leiding van de beheerder ervan, Philippe Moreno. Twee uren rijden, ver de Haute Vallée de l’Aude in.
Voor de gelegenheid in een clownspak van de Speleo Secours Francais

De Aguzou ligt recht tegenover de TM71, een andere magnifieke grot die we een jaar of 5 geleden met Stoche bezochten. Toch is het een geheel andere stijl van grot, super geconcretioneerd. Honderden spierwitte driehoekige stalagmieten (monokristallijn dus) en vooral tientallen vierkante meters van grote calcietkristallen die vaak in bloemvormige trossen waren uitgekristalliseerd.
De kroon van de koningin
Philippe gidste het grote gezelschap “doucement et délicatement” doorheen al dit moois. Een bont gezelschap overigens: onze gids Philippe die samen met Stoche, Joel en Michel de Franse helft vormde van de groep, en dan de Vlaamse helft: Annette en ik, Hendrik en Marie-Anne (die sinds een jaartje hun intrek hebben genomen in St. Julia de Bec, nabij Quillan) en Karel die al 15 jaar het koude België heeft geruild voor een plekje in een piepklein Frans dorpje in de bergen.
Eén van de vele calcietbloemen
’s Avonds bleven we logeren bij Marie-Anne en Hendrik. Gezellig huisje, heerlijke maaltijd, lekkere biertjes en wijntjes, toffe mensen en een goed bed: wat wil een mens nog meer.

Dag 4 (maandag 16/2) bezochten we in Esperaza het Dinosaurussen museum. Dit dorp ligt niet ver van Quillan en is één van de belangrijkste vindplaatsen van dino’s van Europa. Eén probleem: alle fossielen zitten ingebed in een beenharde rots waardoor dit opgravingswerk in veel opzichten te vergelijken is met een speleologische desobstructie. Erg leerrijk en goed gebracht, dit museum.
Museum in Esperaza

Picknicken in Rennes-le-Chateau, dan een mooie wandeling in de buurt. Het pad lag er bijzonder modderig bij, van die vette rode klei waardoor onze schoenen al gauw kilo’s wogen, maar dat kon de stemming niet bederven.
Picknick in Rennes-le-Chateau

’s Avonds hadden we alweer een lange rit voor de boeg, we waren immers uitgenodigd door Michel Renda in het ons bekende La Salle nabij Olargues, in de Hérault, voor een tocht morgen, in een uitzonderlijke grot. We stookten de open haard van het eeuwen ouden huisje flink op, aten, dronken en bralden tot in de late uurtjes om ons dan in onze slaapzakken te rollen voor een koude nacht.

Dag 5 (dinsdag 17/2), uitgebreid ontbijt en dan op weg. Jammer genoeg ging de poort van de uitzonderlijke grot niet meer open (dat heb je met die gesofisticeerde mechanismes). We weken uit naar de Aven des Ecossaises, de grot waar Annette en ik vorige jaar een magnifieke tocht in konden maken, de week nadat ze ontdekt was!Michel had een zware verkoudheid en verkoos niet mee te gaan, dus waren het in feite Annette en ik die Stoche doorheen deze wonderlijk mooie grot gidsten.
Delicaat bezoek... op sokken

Zeer gevarieerd, alles wat een speleoloog zich kan wensen, behalve een rivier dan. Zes uur lang bezochten we elk hoekje en kantje en namen intussen tientallen foto’s. Vooral de zaal met de blauwe aragonietconcreties blijft verbluffend.
Blauwe concreties!

We wipten ook nog even binnen in de Grotte de Bonnefond, met magnifieke gestratifieerde wanden.
Bonnefond

Dag 6 (woensdag 18/2) dienden we reeds terug te keren, maar het vliegtuig vertrok pas om 17u20 dus we hadden toch nog bijna heel de dag voor ons. Het weer was voor de eerste keer wat minder, wat miezerregen. Bezoek aan de beroemde site van Lastours, waar 4 oude burchten hoog op de rotspieken torenen.
Lastours
Deze rotsen zijn bovendien een gatenkaas waarin een 40-tal grotjes bekend zijn, allen zorgvuldig in kaart gebracht door vriend Stoche die dan ook “uit principe” weigerde om inkomgeld te betalen voor deze site waar hij samen met de archeologen vele dagen had doorgebracht. Langs een sluipweggetje geraakten we er binnen. Magnifieke plaats, met een verleden dat meer dan duizend jaar teruggaat (en nog veel verder zelfs, daar er ook Neolithische graven werden ontdekt in sommige grotjes). Her en der heel interessante archeologische opgravingen, want bijna duizend jaar geleden lag er op de hellingen onder de 4 bolwerken een heel dorp, dat totaal onder het puin verdwenen is en nu geduldig weer wordt blootgelegd.

Na dit laatste bezoek aan de mooie en historische Aude, moesten we toch stilaan aan onze terugreis beginnen denken. Het inschepen op het vliegveld in Carcassonne was een makkie, en een paar uur later stonden we al weer thuis bij onze kroost en de hond. Een toffe week, waarbij onze dank uitgaat naar Stoche en Madé voor de goede zorgen en het lekkere eten, maar ook naar alle andere speleovrienden die ons bijzonder gastvrij onthaald hebben. Tot de volgende keer, en steeds tot wederdienst bereid!

donderdag 8 januari 2009

Famous Plastics

Er is hier op het werk een brave ziel die geregeld onze toiletten voorziet van een stapeltje Story’s of Dag Allemaals. Niet het soort lectuur waar ik warm van word, maar om één of andere natuurlijke aandrang te stimuleren is het zeker een aanrader, vandaar dat ik er onlangs toch eens wat in zat te bladeren. En bij gebrek aan toiletpapier, is zo'n pulp-o-zine toch ook een redder in nood.
Het hoofdartikel in deze Story ging over Bekende Vlamingen die zich ooit door de plastisch chirurg onder handen lieten nemen en daar nu dik spijt van hadden. Bij deze 5 dames vonden we Joyce de Troch, Betty, Margriet Hermans, Mitta Vandermaat die hun respectievelijke vetrollen lieten wegslurpen, lodderbuiken optrekken, hun face lieten “liften” of “peelen”, of hun borsten lieten volpompen of optrekken en dit alles met een weinig geslaagd resultaat. De dames gaven achteraf grif toe dat het “allemaal tussen de oren zat” en dat een mens toch niet echt gelukkiger wordt van zo’n ingrepen, integendeel zelfs.
Jawel dames: chirurgie is geen kinderspel, dat weet iedereen die al eens de meest eenvoudige ingreep heeft ondergaan. In je lijf laten snijden dat doe je niet ondoordacht, ook al geven de media (cfr. "Extreme makeover") ons de indruk dat het allemaal een risicoloos fluitje van een cent is.

Je kan geen krant opendoen, geen website bekijken of je krijgt het op een presenteerblaadje. In Het Laatste Nieuws lees ik zopas: “nieuwe trend: wenkbrauwtransplantatie”. Jawadde! Wat moet ik me daar weer bij voorstellen? Vandaag staat er in de krant een artikel over "Plastische chirurgie hoe langer hoe populairder bij mannen", met als meest gevraagde ingreep, het laten weghalen van mannenborsten. Waarbij zelfs de redacteur van de krant de bedenking heeft dat "mits fit te blijven" zo'n probleem ook op natuurlijke wijze kan worden verholpen.


De mens is een raar wezen. De ene wil van zijn borsten af, de andere wil er grotere, want wat verder lees ik: “In Nederland heeft 5% van de volwassen vrouwen siliconenimplantaten.”
Altijd wel geweten dat er met die Nederlanders iets mis was. Effe rekenen: 5% dat moet dan over zowat 300.000 vrouwen gaan. Een gecomplexeerd volkje, voorwaar! Wetende dat borstimplantaten duizenden Euro’s kosten, begrijp je dadelijk dat het hier big business betreft! Honderden miljoenen Euro’s zijn daar mee gemoeid. Inderdaad, van die ongelukkige mensen worden anderen rijk. Figuren als Jef Hoeyberghs, 's lands meest bekende plastische chirurg, die met stip de Top-3 van de walgelijkste Belgen aanvoert. Jakkes! Ik hoef die arrogante, zelfvoldane, onfrisse vent maar 3 seconden bezig te zien om braakneigingen te krijgen. In het Antwaarps zeggen we: die vent è nà echt ne smoel oem matrakke oep te rodère. Of oem eiere oep te kletse.

En toch hebben de meesten onder ons – ook ik dus – een zekere fascinatie voor al die “plastisch” bewerkte mensen. Maar fascinatie wil niet zeggen dat het ons ook bevalt. Het is meer een soort interesse zoals degene die je aan de dag legt wanneer je een in elkaar gereden autowrak ziet staan. Toch maar kijken, maar wel blij dat het jou niet overkwam.
Trouwens, in de krant lees ik ook “Mannen verkiezen natuurlijke borsten: 89 procent van de mannen verkiest kleine, natuurlijke borsten boven grote, valse borsten. Dat blijkt uit een enquête van Heat Magazine” .
Voilà, daar kan ik mij nu weer volledig in vinden. Want ook al heb ik eens bekend een tettenzot te zijn, het moet wel puur natuur zijn. Nog straffer: als ik nu één ding lelijk vind dan zijn het wel die plastieken prammen. En je ziet dat altijd hé. Er bestaan websites waar je aan de hand van foto’s je vermogen om valse van echte borsten te onderscheiden, kan testen. Daarin ben ik echt het beste jongetje van de klas. Nu, moeilijk is dat niet hoor.

Je kan die dames ruwweg in twee groepen in delen:

1) De strijkplanken à la Victoria Principal die zich een stel veel te grote boobies laten inplanten (“inpersen” is het juiste woord). Ongeacht de positie die deze dames innemen - zelfs in ruglig - die dingen lijken er langs buiten opgelijmd te zijn. Ook typisch is de Grand Canyon-achtige decolleté waar vaak nog plaats is voor zo een derde ding. Drie valse borsten: zou dat niet sexy zijn? Dat de Jef daar nog niet aan gedacht heeft, het zou zijn omzet met 1/3 doen stijgen!

Een voorbeeldje zegt meer dan duizend woorden:


2) De tweede groep zijn de reeds goed voorziene dames, voor wie het nooit groot genoeg kan zijn en die zondigen tegen de vuistregel: borsten mogen niet groter zijn dan je hoofd. Uiteraard zeer herkenbaar, daar moet je zelfs geen specialist voor zijn, en ik bespaar u dan ook de foto's van wandelende luchtballons à la Pamela Anderson, Jordan of Lolo. Oh ja, de oplettende observator ziet bij deze categorie vaak afgrijselijke littekens onder de borsten of rond de tepels, want het spreekt vanzelf dat zulke grote implants er niet zonder bloederig hak- en snijwerk in geraken. Hier de ritsluitingen rond de tepels van Jordan, beroemde Engelse dubbele airbag.



Maar kom, genoeg over die borsten. Er zijn andere dingen waar in gesneden kan worden, zoals neuzen en kinnen. Wacko Jacko, ons aller bekend, voor en na:


Een hele verbetering, niet? En die wenkbrauwen dan: getransplanteerd, denk ik!
En nu zijn zus Latoyah. En het was zo’n schoon kind, snirf!

En lippen, jukbeenderen, wangen zijn ook erg dankbaar. Op geen tijd verandert zo'n chirurg een mooi meisje in een soort dwergachtige muppet. Een spuit Botox daar, een kwak siliconen hier, wat trekken en duwen en voilà: Pamela Anderson is veranderd in Yoda van Star Wars:


Voor alle duidelijkheid: wanneer plastische chirurgie wordt aangewend om bepaalde lichamelijke gebreken te corrigeren, of om lichaamsdelen te reconstrueren, wie ben ik dan om er iets tegen te hebben? Wanneer het echter wordt gebruikt om de eeuwige jeugd achterna te hollen, of om te voldoen aan denkbeeldige schoonheidsidealen, dan denk ik er het mijne van. Het slecht karakter van mij heeft dan een sardonisch leedvermaak met al die sukkelaars die zo diep in hun portemonnee hebben moeten tasten om er daarna nog slechter te zien.


En ik ben blijkbaar niet alleen. Honderden mensen houden zich zelfs bezig met het publiek te kakken te zetten, in websites, van het mislukte opkalfateren van "beroemdheden". Je hoeft maar even te Googlen op "bad plastic surgery" en je weet niet wat je ziet. Waarbij ik me dan vaak toch afvraag of die "sterren" zelf hun ingreep wel zo mislukt vinden...
http://www.awfulplasticsurgery.com/
http://www.famousplastic.com/