donderdag 7 juli 2016

Prehistorisch weekend en trekking in Néouvielle

Prehistorisch weekend en trekking in Néouvielle, het mooiste massief van de Pyreneeën – juni 2016


DEEL 1: DORDOGNE

We beginnen onze traditionele juni 10-daagse in  het mekka van prehistorisch Europa: Les Eyzies in de Dordogne. Nergens anders zijn er zoveel grotten en sites van prehistorisch belang.

Vrijdagavond 24 juni installeren we ons op de prachtige camping La Rivière waar we een rustig hoekje vinden voor ons kleine tentje. Een geweldige wolkbreuk is onze verwelkoming; geen probleem wij zitten dan al lekker droog aan de bar van de camping!
Les Eyzies
’s Anderendaags rijden we naar Montignac (jawel van dat dieet) waar we probleemloos aan tickets geraken voor Lascaux 2. Dat is een replica van de echte grot, die al vele jaren niet meer bezocht mag worden. Als speleologen hebben we onze twijfels over namaakgrotten, maar verdorie dit is zo perfect gedaan dat zelfs wij het verschil niet kunnen zien.  Het is overweldigend en bijzonder en de gids is een rustige man die zijn job heel goed doet. Mooi!

In de namiddag naar een volgende topper: de grot van Rouffignac. Deze grot is zo groot dat je ze met een elektrisch treintje doorrijdt.  Op zowat 800 m van de ingang mag iedereen uitstappen en kan je de mooiste tekeningen bewonderen, die op het plafond van een zaaltje zijn gemaakt. Zeker een aanrader en sommige tekeningen waren echt prachtig.
Rouffignac, groot genoeg om heel de boekenstand in onder te brengen
Zondag dan, vervolg in dezelfde stijl. Voor Grotte de Font de Gaume zijn dagelijks slechts 72 plaatsen beschikbaar. Een deel kan vooraf worden gereserveerd maar die waren al tot in oktober geboekt. We hadden geluk, het seizoen was nog niet bezig en dus geraakten we aan het loket zelf aan kaartjes.  De grot was een nauwe gang waarin je in kleine groep (12 p.) werd rondgeleid. Je staat dus werkelijk met je neus op de schilderingen. Jammer genoeg heeft de tand des tijds de schilderingen erg doen vervagen.

Een uur later, naar de Grotte des Combarelles, waar we slechts met 4 waren plus de gids. Intiem bezoek in deze lange, bochtige galerij waarvan de muren bezaaid zijn met prachtige gravures, in totaal bijna 1000! Maar mocht de gids je er niet op attent maken en ze kunstig met strijklicht tot leven brengen, je zou ¾ ervan gewoon nog niet opmerken.
Combarelles: de parking stond niet overvol...
Na zo’n vier topgrotten was het welletjes. Eén ding is zeker, die Cro-Magnons waren buitengewone kunstenaars.

In de namiddag bezochten we het kasteel van Commarques. Enkele decennia geleden was dit een overwoekerde ruïne, maar een groot restauratiewerk had het nu omgetoverd tot een schitterend oord. Echt een aanrader, het is meer dan een kasteel:  ook een heel dorp, inclusief duizenden jaren oude troglodytische woningen die in de rotsen waren uitgehouwen. En zelfs een (gesloten) prehistorische grot met een beroemde gravure van een paard.
Chateau de Commarques
Intussen waren we maandag (27 juni). Vandaag zouden we doorreizen naar de Pyreneeën maar op onze weg lag Sarlat-le-Canéda, een van de mooist gerestaureerde middeleeuwse dorpen van Frankijk. Die reputatie was zeker terecht, het oude centrum kan wedijveren met pakweg Brugge of Gent. En de hoeveelheid toeristen ook; in de zomermaanden moet het hier hectisch zijn. 
Sarlat
Na een uurtje of 3 rondkuieren zetten we onze reis verder. Tegen 19 u ’s avonds arriveerden we bij José en Christiane in de Haute-Pyrenées,  twee speleovrienden  van Stoche en Madé waarmee we gingen stappen. Ze kwamen een half uur later aan.

Een FOTO-ALBUM van deze driedaagse in de Dordogne kan je hier bekijken:
https://flic.kr/s/aHskDQDpzB



DEEL 2: NEOUVIELLE

Het was Stoche die een vierdaagse trektocht had ineengestoken, een bijna 41 km lange rondgang rond het Réserve de Néouvielle met onderweg de beklimming van een drietal hoge bergen. Op algemeen verzoek (we zijn allemaal al vijftigers met versleten knieën) elke dag korte trajecten want dagelijks 20 km in de bergen lopen met een rugzak van 20 kg, dat doen we niet meer zo graag. Ter compensatie had Stoche er wel voor gezorgd dat we 4000 hoogtemeters op het menu hadden staan.
Hoogteprofiel van onze vierdaagse tocht: op en neer.

We zouden gedeeltelijk de beroemde GR10 volgen (die de Pyreneeën van West naar Oost doorkruist; reken op 3 maanden om hem te doen) maar Stoche zou Stoche niet zijn, mocht hij er niet flink van afwijken ook. Te gemakkelijk mocht het niet worden, hé.


Dinsdag 28 juni: van Lac d’Aubert naar Lacquets de Port Bielh (Alt. 2206 m)
14 km ver, 1034 m stijgen en 988 m dalen

Vroeg uit bed want vandaag gingen we op stap. Na een uur rijden waren we ter plaatse. Met de plaatselijke “navette” (busje voor 8 personen) geraakten we tot op de parking tussen Lac d’Aubert en Lac d’Aumar waar onze tocht zou beginnen. We zaten hier al op 2158 m hoogte. Over de volgende 3,5 km liepen we zacht stijgend tot 2301 m, vanaf waar we een steile afdaling inzetten naar het bijna 500 m lager gelegen Lac de l’Oule. 
Pas vertrokken, langs Lac d'Aumar
We aten onze boterhammetjes aan de oever van dit prachtig, diepblauwe meer. Daarna wachtte ons een lange klim om de verloren 500 hoogtemeters goed te maken en nog meer ook want ons hoogste punt lag op 2373 m. Het pad liep door de meest sprookjesachtige landschappen, een  opeenvolging van idyllische meren (de hele reeks “Bastan” meren). Korte halte aan de refuge du Bastan , dan verder naar ons einddoel: het Lac de Bastan. Tegen dat we daar aankwamen deden de voeten en knieën al flink pijn want we waren al 7 u aan het stappen. Vandaag was het overigens de langste etappe.
Gedroomde kampeerplek naast Lacquets de Port Bielh
We vonden een schitterende kampeerplek aan de oever van een meertje (Lacquets de Port Bielh). 

Woensdag 29 jun: van Lacquets de Port Bielh naar Lac Estagnol (Alt. 2250 m) met beklimming Pic de Madamète (2657 m)
11 km ver, 992 m stijgen en 955 m dalen.

Mooie ochtendstond, het was windstil en het meer was een spiegel waarin het hele omringende landschap reflecteerde, hetgeen me inspireerde tot menige foto. Rond 9u30 op stap. Het werd weer een stevige trip waar we net als gisteren ongeveer op dezelfde hoogte zouden aankomen als we vertrokken… maar tussendoor wel 1000 hoogtemeters moesten doen. Er zaten immers 2 forse “cols” in: de Hourquette de Nère (2465 m) en vooral de Col de Madamète, die met zijn 2508 m het hoogste punt is van de hele GR10, trouwens.
Zicht op de Col de Madamète
Vanaf de Hourquette de Nère hadden we een magnifiek zicht op de vele meren waar we gisteren waren langs gelopen. Lange afdaling tot aan een hutje (Aygues Cluses) en vanaf daar resoluut flink omhoog naar de Col de Madamète. Onderweg gegeten aan een prachtig ijsmeertje. Vanaf de Col verlieten we de GR10 (die weer afdaalt) en beklommen we de Pic de Madamète (2657 m). Boven op de top werden we verrast door een korte regenvlaag. Dan zeer lange afdaling onder de Col de Tracens door tot aan Lac Nère. Azuurblauw en groot meer, maar de oevers bestonden uit een gigantisch blokkenstort. Penibele progressie rond het meer dus.

Penibele progressie over de blokken rond Lac Nère
Kamperen was hier niet mogelijk maar een half uur verder hadden we een ander meertje in het vizier, Lac d’Estagnol, waar we twee kleine min of meer vlakke plekjes vonden voor onze tentjes. Dit meer was subliem, het water was zo helder dat het soms gewoon leek of er geen water in stond. Toen de wind ging liggen, en het water niet meer rimpelde, kreeg je er de meest perfecte spiegel in, wat tot bijzonder vreemde foto’s leidde.

 
Optische illusie in het water van Lac d'Estagnol
Donderdag 30 juni: van Lac d’Estagnol naar Les Lacs Verts (Alt. 2626 m) met beklimming Pic des 3 Conseillers (3039 m)
9 km ver, 1215 m stijgen en 823 m dalen.

Vandaag zouden we het echte hooggebergte opzoeken, onze kampeerplek lag op 2626 m hoogte en het zat er dik in dat we in de sneeuw zouden moeten kamperen.
Een eerste Col, de Hourquette de Mounicot (2547 m), bleek bijzonder steil. Dit was zeker geen alledaags paadje meer. Intussen hadden we ook al wel door dat er in Néouvielle niet enkel leuke paadjes doorheen het sappige gras waren, maar dat men hier ook een patent had op eindeloze blokkenstorten. Het hele massief bestaat uit graniet, dat in grote blokken erodeert onder invloed van water en vorst. Zwaar terrein!

Na Mounicot liepen we langs het Lac de Mourèle, en stegen we progressief verder. We verlieten definitief de boomgrens, vanaf nu was het een minerale wereld van rotsen, sneeuw, ijs en water, met hier en daar een jeneverbesstruikje of wat prachtige wilde bloemen.
De stijgijzers werden aangetrokken voor een lange en vrij steile klim op een sneeuwhelling. Oude en dus stevige sneeuw, ideaal. Annette sukkelde met haar nieuwe stijgijzers die telkens weer loskwamen, gelukkig geraakte dat euvel verholpen door onze stijgijzers om te wisselen (aan mijn voeten bleven ze wel vastzitten).
We klimmen naar de Lacs Verts
Aan de Lacs Verts vonden we zowaar enkele rotseilandjes met vlakke stukjes gras die boven de sneeuw uitstaken, zodat we vanavond onze twee tentjes perfect konden opstellen. Eerst middageten, daarna gingen we, zonder het gewicht van de zware rugzakken ditmaal, even een top doen: de 3039 m hoge Pic des 3 Conseillers. Een uurtje door grote sneeuwvelden, met pittoreske azuurblauwe ijsmeren (o.m. Lac Bleu), steil omhoog tot aan de Brêche de Néovielle (2910 m). Boven op deze brêche even slikken: aan de andere kant ging het  wel 60° steil op sneeuw omlaag, oef blij dat we daar niet af moesten want dat had niemand echt gedurfd, zelfs niet met stijgijzers en pikkel. Een schuiver en je stortte zeker 200 m dieper. Hier konden we onze stijgijzers uitdoen, want vanaf de brêche was de top van de 3 Conseillers nog “slechts” 130 m hoger klimmen, over sneeuwvrij terrein. Maar wel weer een gigantische puinmassa.

Ons tentje in een wereld van rots en sneeuw
Op de top hadden we een spectaculair uitzicht, maar intussen was de lucht  zeer dreigend geworden en we zagen het in de verte stevig regenen. Gauw weer omlaag dus, naar de Lac Vert om ons kamp op te stellen. We hielden het zowaar droog die avond, en we genoten van het fabuleuze uitzicht en de zonsondergang. Onder ons een wolkenzee waar enkel de hoogste toppen doorstaken, rechts van ons de Lac Vert, een soort atol van blauwgroen water met een eiland van ijs erin.  Het was allemaal irreëel en surrealistisch. Ik bracht wel 2 uur door met in de omgeving van ons kamp door de sneeuw te struinen en maakte tientallen foto’s. Echt een van de mooiste plaatsen waar we ooit kampeerden!

Het magnifieke ijsmeer nabij ons kamp
Vrijdag 1 juli: van Les  Lacs Verts naar Lac d’Aubert (2158 m) met beklimming Pic de Néouvielle (3091 m)
7 km ver, 594 m stijgen en 1063 m dalen.

Na een nacht met veel onweer, gelukkig ver van ons, en wat regen, waren we niet weinig verbaasd toen we opstonden: het was opnieuw redelijk goed weer!
De laatste en kortste etappe vandaag, maar wel met wat alpinismegehalte.

Kamp opbreken, stijgijzers aan en op weg langs het Lac Vert naar de Brêche de Chausenque, een hoge pas.  De laatste 50 m hield de sneeuw op, en moesten we een zeer instabiel rollend tapijt van blokken beklimmen, 50-60° steil omhoog. Zéér tricky en dus niet teveel omlaag kijken. 
Tricky klim naar de Brèche de Chausenque
 Boven op de brêche (2790 m hoog), stijgijzers weer aan want vanaf hier zagen we wel een kilometer ver alleen maar sneeuw. De eerste 100 m afdalen zo steil dat ik (als eerste) trappen moest stampen, best vermoeiend. In plaats van geheel af te dalen bleven we vervolgens op hoogte en zetten we koers naar de flanken van de Pic de Néouvielle. Dit is de hoogste top van het massief, een klassieker. We zagen een andere groep klimmers omhoog komen. Gauw onze rugzakken grotendeels leeg geladen op een rotseiland, dan lichtbepakt verder omhoog. Mooie klim, eenvoudig, we hadden de voorbije dagen al steilere dingen gedaan. Ook hier weer was de laatste 50 m sneeuwvrij, de top was een vrij smalle rotsgraat met een duizelingwekkend uitzicht. Maar veel tijd om ervan te genieten hadden we niet want de grote groep klimmers (12 man) kwam al in zicht en op dit topje was echt geen plek voor ons allen.
Tamelijk duizelingwekkend: de nauwe top van de Pic de Néouvielle
Na deze beklimming restte ons enkel nog de afdaling naar ons vertrekpunt, dat wel 800 m lager lag. Het venijn zat in de staart, want dit was weer grotendeels een geklauter over grote blokken.
Rond 15 u stonden we op de parking. Een uur wachten op het busje (dat zogezegd elke 30 minuten reed), om 16 u 30 aan de auto aangekomen… en om 16u31 gingen de hemelsluizen open voor een pijpenstelen zondvloed die wel een half uur duurde. Effe geluk gehad dus!
Bijna weer op ons vertrekpunt (zicht op Lac d'Aubert)
Diezelfde avond deden we al een deel van de terugreis (tot Limoges), de rest zaterdag.

Het was een geweldige week! Hier komen we zeker terug.

Een FOTO-ALBUM van deze vierdaagse in Néouvielle kan je hier bekijken:
https://flic.kr/s/aHskCPhAb9


Wat praktische informatie:

Het traject van onze rondtrip kan je hier downloaden (Google Earth KML) (van daaruit kan je het ook naar GPX of zo omzetten en op je GPS zetten.

Néouvielle is ontzettend populair. Dit gebied is te vermijden in juli en vooral in augustus.
Het klassieke vertrekpunt is de (betalende) parking aan Lac d'Aumar.

De onderste parking (Lac d'Oredon) is betalend en ook niet erg groot. Buiten de zomermaanden mag je wel verder rijden tot de hoger gelegen parking van Lac d'Aumar maar dat enkel als je voor 9 u 's ochtend arriveert. Zoniet kan je voor 3 euro met een busje worden omhoog gereden ook (navette). Opgelet: Te voet gaat ook maar dat is wel 1u30 stappen en 400 m omhoog, want Lac d'Aumar ligt op 2200 m.

Het is een heel hoog gebied (2000 à 3000 m) en dus kan je vroeg in het seizoen nog veel sneeuw hebben. Stijgijzers en een pikkel zijn dan geen overbodige luxe.

Je hebt overal water want er zijn +/- 200 meren. Maar het water van de meren is volgens sommige sites "vergiftigd", waarmee ze eerder bedoelen bacteriologisch niet zuiver (want er staan koeien, schapen, en geiten in de bergen daar). Voorzie dus Micropur.

Kamperen is in het Park van de Pyreneeën gebonden aan regels: mag enkel op 1 uur van de dichtstbijzijnde weg, enkel tussen 19 u en 9 u, enkel kleine tent enz. In het “Réserve de Néouvielle” mag het niet, tenzij op 2 speciale kampeerplaatsen. Maar onze rondtrip liep grotendeels rond dat strikt gereglementeerde reservaat.