Aankomst zaterdagnamiddag 2 nov 2013 in het dorpje Bluffy, na een uiterst vlotte rit in onze nieuwe tuf-tuf. Wel 800 km in de regen gereden en dat was een voorbode van wat komen ging. We hadden een klein maar uiterst comfortabel chaletje gehuurd, werkelijk perfect voor onze noden. In onze gite is er Wi-fi en dus halen we ’s avonds de laptops boven om uit te zoeken wat er hier in de buurt zoals te doen is. De conclusie is gauw dat er wel enkele toeristische bezienswaardigheden zijn (kastelen e.d.) maar dat die in november allemaal gesloten zijn. Dus, zal het wandelen worden (onder het motto : “un con qui marche va plus loin qu’un intellectuel assis!”).
Zondag 3 nov 2013
Na een hele nacht gietende regen is het zowaar droog, maar de wolken hangen laag en het is koud.Nadat we een stafkaart op de kop hebben getikt en ons via Internet hebben geïnformeerd over wat er zoal te doen is qua “rando’s”, trekken we erop uit voor een eerste wandeling: de Point Nord van de Dents de Lanfon, een bijna 1800 m hoge kalksteengraat die Annecy domineert. Vanaf de parking gaat een piste uiterst steil omhoog en ze brengt ons in een uurtje aan de Chalet de l’Aulp Riant Dessous. Een bleek zonnetje doet zijn best maar warm krijgen we het er niet van. Het decor is subliem, rondom rond rijzen de kalksteenwanden honderden meters op en enkele donkere grotingangen doen ons watertanden. Doch het gras is al bedekt met een dun laagje sneeuw; en de lucht is geladen met nog meer! We stijgen verder tot op de Col des Frêtes, waar we een prachtig zicht hebben op het meer van Annecy. Vanaf hier moeten we de Dents de Lanfon schuin langs onder traverseren maar het wordt gauw duidelijk dat dit met het natte weer geen optie is: zeer gevaarlijk glad en verderop zit je dan nog boven hoge falaises. Als je uitschuift val je morsdood. Dit is te gek, en we keren op onze stappen terug.
Terug in de chalet lezen we de beschrijving nog eens en inderdaad: totaal afgeraden bij nat weer want levensgevaarlijk! In het vervolg beter ons huiswerk maken dus.
Maandag 4 nov 2013
Na een nachtje regen zijn de mogelijkheden beperkt. We hadden graag in de loop van de week een trip gemaakt in de Grotte de la Diau, maar dat is bij hoog water ook al zelfmoord. En volgens meteo France is er geen beterschap op komst. Toch stappen we naar de ingang, met volledige regenkledij want het blijft sappig regenen. En het loont de moeite, want heel de “cirque” staat in crue, van overal donderen watervallen omlaag en uit de grot komt een rivier van jewelste. We hebben onze helmen bij en kunnen zo een honderdtal meter in de grot doordringen, tot waar de rivier ons de doorgang belet.We picknicken in de ingang en stappen daarna weer naar de auto. Het regent nog steeds en veel meer dan in de chalet zitten, kunnen we niet doen.
Dinsdag 5 nov 2013
Hoera, het regent niet, maar de lucht is donkergrijs. De toppen rondom ons zijn witbesneeuwd. Humm daar gaat ons plan om vandaag een tocht te maken naar de “Tête du Parmelan”, de hoogste top van het plateau van Parmelan (waar o.m. een van de vele boveningangen van de Grotte du Diau ligt, de Tanne des 3 Betas), via de beruchte “Grand Montoir”. Dit is een zeer steile klim op de falaises, met kabels en ladders.Maar stilzitten is geen optie, dus toch maar naar daar, via een gemakkelijke route. Lange keienpiste (probleemloos met de Mazda) tot aan de Chalet de l’Angletaz, waar we de enige zotten zijn die hier vandaag komen wandelen. Rondom ons ziet het al wat wit, we zitten op 1536 m. We stijgen via een mooi pad omhoog en de sneeuw ligt 200 m hoger al 10 cm dik. Ter hoogte van de Grotte de l’Enfer (waar we middageten) al 15 cm en de lapiaz is verraderlijk. Links en rechts gapen diepe putten. We stappen verder maar gauw wordt het duidelijk dat het heel tricky is: dit is een echte lapiaz, met om de halve meter een kloof waarvan de meesten dichtgesneeuwd zijn. Maar de sneeuw is zacht en dus zakken we voortdurend in zo’n spleten. We moeten voetje per voetje stappen, steeds eerst met de stokken voor ons prikkend. De Tête du Parmelan ligt nog anderhalf uur verder, en nog 200 m hoger. Aan ons huidige tempo gaat dat nog uren duren en binnen 3 uur is het donker. Grrr, dit kunnen we ook al vergeten.
Gelukkig kunnen we langs een geheel andere weg naar de auto terugkeren (langs de Fontaine de Tours) en die is best mooi. Het laatste half uur lopen we in de sneeuw die nu flink omlaag dwarrelt. Drie uur na ons vertrek staan we weer aan de auto, na een lus van een km of 6-7. Maar het was toch leuk!
Woensdag 6 nov 2013
Het wordt eentonig, maar het weer is geen sikkepit veranderd. We opteren voor een korte wandeling op lage hoogte: de Cascades de Angon. Een circuit van 5-6 km en 300 hoogtemeters. De regenkleding is weer noodzakelijk, maar de wandeling blijkt een meevaller. Een absolute must zelf, bij regenweer, of beter gezegd wanneer de rivieren in crue staan. Aan de Pont des Fées passeren we al over de rivier die hier met ongelooflijk veel geweld van het plateau omlaag duikelt. 500 m verder begint het pas echt. Moeder Natuur heeft ervoor gezorgd dat er een natuurlijke richel is, honderden meters hoog in de rotswand. Je kan deze over wel 300 m volgen tot aan de watervallen. De richel is uitstekend beveiligd met balustrades en kabels. Aldus traverseer je het hele rotscircus rond, tot op de plaats waar twee verschillende rivieren omlaag komen donderen en elkaar beneden vervoegen. De eerste waterval daar passer je via de richel achter door; geniaal gewoon! De tweede waterval daar kom je tot op enkele meters bij: het is een waterval van 60 m hoog die met veel geweld in een groot bassin dondert. Uiteraard zijn dit bekende canyons (http://www.descente-canyon.com/canyoning/canyon/2136/Angon.html) maar met crue-omstandigheden als vandaag, totaal uitgesloten (zelfmoord).Na dit spektakel zetten we onze rondgang verder en we arriveren tegen 14 u weer aan de auto. Prima getimed om het archeologisch museum (Gallo-Romaans) in Viuz (Faverges) te gaan doen. Volgens de site 365 dagen per jaar open… behalve vandaag blijkbaar want “gesloten wegens uitzonderlijke omstandigheden”. We redden de namiddag met een wandeling doorheen het oude stadscentrum van Annecy. Heel mooi, met vele kanaaltjes en bruggetjes.
Morgen zou het mooi weer zijn. We willen dan de Tournette beklimmen; de hoogste top rond het meer (2300 m) maar we maken ons geen illusies: van ver kunnen we zien dat hij de voorbije dagen ook een pak sneeuw heeft gekregen. En dan wordt het al vanaf 1800 m heel delicaat… en de westzijde van de berg, is in de winter lawinegevaarlijk en wordt normaal nooit gedaan. Driemaal raden vanaf welke zijde wij zullen komen: west natuurlijk.
Ik stop het GPX-circuit toch maar in de GPS, we zullen wel zien hoe ver we geraken.
Donderdag 7 nov 2013
Hoera, prachtig weer. We rijden naar de Col de Forclaz en vanaf daar naar de Chalet de l’Aulp waar onze wandeling begint. Aan de ene kant een magnifiek zicht op het meer van Annecy, aan de andere kant torent het massief van Tournette als een kalkstenen fort boven ons uit. Indrukwekkend! Maar het ziet daarboven zo wit als de Mont Blanc.We beginnen eraan. Als alles lukt, hebben we bijna 1000 hoogtemeters voor de boeg en een kilometer of 11. De eerste 300 m stijgen we in een gladde en drassige alpenweide, daarna wordt het een goed pad over de rotsen. Vanaf hier begint een dun laagje kletsnatte sneeuw (het dooit flink want de zon brandt als was het zomer). Een eind voor ons loopt een trio Fransen, we volgen hun sporen tot aan de Refuge de la Tournette; een hut van de CAF (?) dat als een arendsnest bovenop de loodrechte rotswanden staat. Hierboven zitten we op 1700 m, de sneeuw ligt al dikker en we zien dat de weg die we moeten nemen, geen enkele spoor vertoont en in een steil witbesneeuwd rotscircus omhoog loopt. Dan liever de Fransen volgen die ene andere weg nemen, maar dat blijkt een uiterst steile en spekgladde helling te zijn. Onder ons gaapt een zeer diepe afgrond. De Fransen geraken tot aan de voet van de rotsen, daar doen ze diverse pogingen maar het lijkt er vandaag niet mogelijk te zijn (veilig) te passeren. Wij houden het dus ook maar voor bekeken en we geraken gelukkig weer levend van deze helling. Dan toch maar de “normale” weg proberen. We trekken dan maar zelf ons spoor door de natte, zachte sneeuw die hoe langer hoe dikker ligt naarmate we stijgen: 20 cm, 30 cm, 40 cm. We zakken er diep in weg. Maar toch is het minder geëxposeerd dan de route van daarnet, dus we blijven hopen dat het toch nog zal lukken. En het decor is ronduit subliem: rondom ons de Franse Alpen, beneden het blauwe meer van Annecy.
Na een steiler stuk (waarin een verse maar kleine lawine erop wijst dat de sneeuwmantel helemaal niet vast ligt) bereiken we een col, we zitten hier op bijna 2000 m hoogte. Vanaf hier kunnen we het vervolg bekijken: verderop wordt het nog steiler en wordt het ook weer gevaarlijk: een schuiver eindigt in klippen van wel 100 m hoog. Wetende dat we nog 300 m moeten stijgen en dat er daarboven dus minstens 60 cm sneeuw zal liggen, en we daar absoluut niet op voorzien zijn (geen crampons, pikkels, raketten enz), zetten we ook vandaag weer vroegtijdig een punt achter onze exploten. Het spreekwoord indachtig “il faut mieux passer pour un con vivant que pour un héro mort”, peuzelen we onze boterhammetjes op en blazen we de aftocht. Aankomst aan de auto zonder problemen, na een zeer mooie tocht van 8 km.
Reddingsoefening in de Savoie
Vrijdag 8 nov 2013
Vandaag vertrekken we richting eindbestemming: La Feclaz in de Savoie, waar ons een weekend speleo wacht. Maar omdat we daar pas terecht kunnen vanaf 17u30, vertrekken we maar in de namiddag, en met een omweg langs Chambery. Daar is immers een winkel van Le Vieux Campeur gevestigd. Ik heb speleolaarzen nodig, Annette canyonschoenen. Maar helaas, daar aangekomen, blijkt dat men daar enkel kleding en skimateriaal verkoopt. Dan maar verder naar La Feclaz: 10 km kronkelweg tot boven op het plateau. Het skidorp dat op 1300 m hoogte ligt, is geheel uitgestorven. We gaan dan maar op zoek naar twee van de ingangen van het enorme systeem waarin zich de reddingsoefening zal afspelen. De Trou du Garde wordt vrij vlot gevonden, amper 400 m van de auto. Maar naar de Creux de la Cavale zoeken we veel langer (wegens een onduidelijke wegbeschrijving). De grot ligt een flink eind stappen (20 min) van de auto.We eindigen de wandeling in de regen. Weer naar het dorp, waar we enige tijd later in de gîte kunnen. Enorm geval (49 plaatsen) met vele kamers. We kiezen een kamertje voor twee en installeren ons. In de loop van de avond druppelen de andere Belgen binnen. Rond 19 uur rijden we met wat vrienden (Jack, Patrice, Arnaud, Vincent) weer de kronkelweg naar Chambery af om ons daar in de “Buffalo Grill” te gaan vol schranzen. Rond 21 u weer naar La Feclaz, in de gietende regen. Rond 23 u in bed.
Zaterdag 9 nov 2013
Om 8 u opstaan, het weer buiten is wat beter maar er ligt al wat sneeuw op de toppen van de Margeriaz. Voor morgen verwacht men strontweer en een pak sneeuw!Voor de reddingsoefening is het afwachten, ze begint pas rond de middag, in samenwerking met de SSF. Dus wachten, wachten en wachten. Annette heeft geluk: ze mag rond 12 u al vertrekken in een verkenningsploeg: een zoektocht naar een ploeg speleo’s die over tijd is. Ze gaat via de Creux Perrin, een naar het schijnt zeer vochtige en vooral modderige ingang. Pas als er nieuws is van deze verkenningsploegen, kan de echte secours beginnen. Intussen wachten wij. De uren tikken voorbij, wij vervelen ons steendood en kunnen niet veel anders doen dan van Wilfrieds gastronomische kunsten genieten (m.a.w.: veel eten!). Om 15 u is er nog steeds geen nieuws en wordt het duidelijk dat wij een nachtelijke grottocht gaan doen. Dan heeft men eindelijk een karwei voor mij: samen met Marc Legros de ploeg aflossen die de ingangsmeander van de Creux Perrin aan het dynamiteren is. Maar wanneer we aan de grot aankomen, komt die ploeg net buiten: zij hebben alle accu’s leeg geboord en wij kunnen dus niks gaan doen. Terug naar af dus.
Rond 18 u verschijnt ook Annette, nat en vooral zeer modderig: haar materiaal is onherkenbaar. Het wordt duidelijk dat een secourssimulatie langs de Creux Perrin geen optie is in deze weersomstandigheden. Het zal dus in de Trou du Garde gaan gebeuren!
Ik probeer wat te slapen (onmogelijk in deze rumoerige gîte). Tegen 22 u kennen wij eindelijk onze opdracht: wat evacuatiestellingen bouwen van -160 tot -180 in de Garde. Ploeg van 6 Belgen onder leiding van 2 Fransen, sympathieke gasten. Het klikt direct met de Chef d’Equipe, Yann. Nadat we al ons materiaal hebben bijeengezocht, en ons in de gîte hebben omgekleed, gaan we op weg met de camionette van het UBS. Rond middernacht vertrekken we in de grot. Ingangsput 21 m, drupt flink. Grote zaal, meander, dan zeer natte puttenreeks (La Trilogie) waarin we kletsnat worden. De equipementen zijn gewoon slecht. Dit is blijkbaar een soort “vast” explo-equipement: alles in het water, veel wrijving, lastig, ondermaats (looplijnen op een spit of gewoon geen looplijnen enz.). Bovendien zijn de touwen totaal versleten doordat vele traverseerploegen er natuurlijk ook gebruik van maken. Op sommige plaatsen is de mantel gewoon doorgesleten, zijn er knopen gemaakt. Op een plaats neemt Jack het initiatief een rotversleten touw te vervangen door een van onze secourstouwen. Niemand begrijpt waarom deze putten niet opnieuw geëquipeerd zijn; wij hebben daar met minstens 20 man een hele dag lang zitten niksen.
Enfin, verder maar tot onze bestemming door een toch wel plezante grot met mooie witte rots en veel water, tot in een chaotische zaal met diverse steile obstakels die we moeten equiperen. Beneden de zaal dondert de rivier om dan in een 13 m hoge waterval te vallen. Daar is een andere ploeg bezig met o.m. Kevin en Raf. We bekijken met onze CE alle moeilijkheden, in gemeenschappelijk overleg zoeken we voor alles een oplossing en we beginnen eraan. Wat later weerklinkt staccato gehamer want er zijn minstens 20 spits te plaatsen (in keiharde rots)! Stilaan krijgt alles vorm: schuine helling 15 m hoog met palan, overgang op korte tyrolienne van 5 m, schuine helling overgaand in put omhoog met een balancier, tenslotte helling 10 m omlaag met een frein de charge. Wanneer we rond zijn is het 3 u ’s ochtends. Onder ons is de brancard vertrokken, wij wachten intussen, warmen een choco en eten wat. De ambiance is prima en de vorm is er, ondanks het onmenselijke uur.
Dan kunnen we eindelijk aan de slag. Lastige brancardage in de bulderende rivier geheel beneden, gelukkig niet zo ver, dan over alle onze stellingen met die zware last. Vanaf daar wordt het manoeuvre geneutraliseerd aangezien er een stuk nauwe meander is. Onze opdracht is alles weer desequiperen en dan met alle materiaal naar de point chaud van -100. De terugweg gaat niet snel, er zit veel volk voor ons en sommigen zijn niet meer zo fris. Om 7 u arriveren we aan de point chaud, waar ons een lang inventariswerk wacht: we moeten de inhoud inventariseren van minstens 7 kits secoursmateriaal en die daarna weer allemaal inpakken ook!
Eindelijk is het klaar, vanaf hier kunnen we zonder kitzakken naar buiten. De putten zijn nog natter dan op de heenweg. We kruisen een ploeg die omlaag komt, onder hen Annette. Zij zullen de evacuatie doen in de natte putten! Kusje en we wensen hen veel “plezier” en gaan verder. Om 9 u 30 ’s ochtends staan we buiten, er valt natte sneeuw en alles ziet wit.
In de gîte gauw eten, douchen en dan dodo voor een uur of vijf. Rond 16 u word ik wakker. Buiten ligt nu 5 cm sneeuw en het ijzelt. Ik rij tot aan de grot, waar toevallig Annette en Patrice buitenkomen na een zeer natte ondergrondse tocht. Het zit er nu bijna op, een laatste nog frisse ploeg neemt het desequipeerwerk voor haar rekening.
Die avond bouwen we een klein feestje, Belgen en Fransen verbroederen met veel Belgisch bier en Franse wijn, en een overheerlijke driegangenmaaltijd van Wilfried en Emilia. Rond een uur zoeken Annette en ik ons bed op want morgen wacht ons nog een terugreis van 900 km. Maar het was buitengewoon plezant (op het wachten na), en weer veel bijgeleerd en mensen leren kennen.
Maandag 11 nov 2013
Om 7 u uit bed, in de kamer naast ons ligt een Française te kotsen die teveel gedronken heeft dus slapen is er toch niet meer bij. Ik ben snipverkouden, tiens hoe zou dat nu komen? Buiten vriest het flink, er ligt een laag glanzende ijzel en sneeuw. We ontbijten en laden de auto in (die moeizaam wordt open gekregen want de deuren zitten potvast gevroren) en rond 10 u zijn we weg. Het wordt een zware rit want we zijn echt nog groggy en moeten dringend bijslapen. We arriveren dan ook als zombies in Edegem.
Foto’s en video
Een fotoalbum van onze escapades rondom het meer van Annecy
Een video van de Grotte de la Diau en Cascades d’Angon in crue (2 min)
Een fotoalbum met sfeerfoto’s in en rond de gîte van La Feclaz
Een video (5 min) over de losbandigheden NA de secours en de nu al beroemde speech van Wilfried
Een prima video van de reddingsoefening ondergronds (auteur “jaildede”)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten