Een driedaagse trektocht in La Petite Suisse, GH Luxemburg
Na een ritje van zowat 265 km arriveren we in Berdorf. Het is een bewolkte dag, maar helemaal niet koud. We parkeren de auto ten westen van het dorpje en beginnen rond de middag aan onze trektocht. Enkele honderden meters verder krijgen we al een eerste blik op de fascinerende zandsteenformaties, ter hoogte van de Predichtstuhl. Daar pikken we de “Mullerthal Trail 2” op. De “Mullerthal Trail” is een 110 km lange trekking, opgedeeld in 3 circuits van elk 30 à 40 km.
Het wandelpad is uitstekend gemerkt, met een sierlijke rode “M”. Gauw doorkruisen we hoge rotsformaties. De erosie heeft ze grillig uitgesleten, en ze worden vaak doorsneden door grote kloven. Beneden in de kloven is het vaak duister en de rotsen zijn er groen bemost. We laveren van de ene kloof naar de andere, trap op of trap af want waar het paadje te steil wordt, hebben de ijverige Luxemburgers trapjes voorzien van zandsteenblokken of houten balkjes. Het bos is prachtig, de frisgroene blaadjes beginnen te botten en de bodem is getooid met duizenden bosanemonen of bosviooltjes: het echte lentegevoel dus!
Na enkele kilometers brengt een smalle kloof ons in een echte grot, de Keltenhiel. Ruime zaal, onze zaklampjes worden boven gehaald. Er is een “doorsteek” mogelijk naar een andere uitgang, langs een kruipgang plat op de buik, maar dat is geen optie met onze rugzakken:.
Bij het buitenlopen van het dorp worden we aangesproken door een “echte” autochtoon. De man heeft zonet voor demonstratiedoeleinden in een traditionele houtoven een tiental heerlijke broden gebakken. Hij wil ons er graag één cadeau doen. En nog een lekker uitziende koek erbij. Dat kunnen we niet afslaan... wel een dikke halve kilo erbij. Verder maar, langs de obligate Schiessentumpel, het emblematische watervalletje dat op zowat elke postkaart of toeristenfolder van Luxemburg prijkt. Heel mooi, maar jammer dat het water van de beek een vies, stinkend, open riool is. De weg vervolgt nu richting Consdorf, hoog in het bos, aan de voet van grillige rotsen, maar wel boven een vrij druk bereden weg die voor nogal wat lawaaihinder zorgt. Tijd voor een vieruurtje, de lekkere koek van de warme bakker wordt verorberd. Voor Consdorf slaan we af, in zuidelijke richting en zitten we weer ver van de beschaving, in een magnifiek valleitje. Hier komen we doorheen een reeks van bijzonder leutige nauwe kloven, met namen als Rittergang of Déwepetz. Meestal tientallen meters hoog maar hooguit 60 cm breed. Annette moet haar nogal brede rugzak afzetten en er doorsleuren, niet zo simpel. Ik vertik het de rugzak af te zetten en wroet en wring mij erdoor, soms op handen en voeten. Aan de Kohlscheuer moeten we forfait geven, deze kloof is veel te nauw en bovendien aardedonker. Gelukkig is hier een omweg mogelijk. We laten de rugzakken staan en met onze zaklampjes doen we dus weer aan speleo. Er zijn hier een viertal van dergelijke spleten te doen, voor de liefhebbers. Voor kinderen een paradijs uiteraard, voor vermoeide wandelaars niet altijd even gewenst.
De weide is zeer geschikt, we beginnen de tent recht te zetten. Annette vreest dat er everzwijnen in het bos zitten, dat inderdaad op veel plaatsen omgewoeld is. Voor de grap doe ik een paar keer “knor knor” en exact 10 seconden later verschijnt er een hele bende baby-everzwijntjes. Nooit zo’n kleintjes gezien, het lijken eerder overmaatse hamsters. Schattig hoor! Wanneer ze tien meter van ons zijn, trippelen ze gauw uit het zicht, maar een minuut later zijn ze er weer! Oei, we hebben geen zin in een confrontatie met een boze Mama of Papa Zwijn (Annette weet daar alles van - ze werd ooit belaagd door zo’n beest) en dus rapen we gauw onze tent bij elkaar en installeren ons een paar honderd meter verder in het veld.
Vroeg in bed voor een nachtje met echte junglegeluiden, want vlak bij ons geven drie verschillende uilen urenlang van katoen.
Zaterdag 2 april 2011
Zoals beloofd door Sabine, is het heerlijk weer. Na het ontbijt zetten we onze tocht verder. Terug omlaag naar het mooie valleitje, en een kilometer verder staan we dan voor de keuze of we de “Extra tour C” erbij nemen of niet. Dat is wel 7 km extra, wat de totale Mullerthail Trail 2 tocht op zowat 38 km brengt. Toch maar doen. Achteraf wat spijt van gehad, want de nacht heeft weinig soelaas gebracht voor knie en voet en dat zal de rest van de dag grondig bederven.
Het gaat verder langs zeer schilderachtige valleitjes en overal weer die zandsteenformaties, in de meest grillige vormen, met donkere holten en spelonken. Heel mysterieus. Na een gigantische duizendjarige eik (stamomtrek minstens 6-7 meter) komen we in een klein dorpje, Altrier, waar we iemand aanspreken om ons drinkwater bij te vullen. Geen probleem, hij troont ons de garage in. Uit ’s mans kraan komt een troebel geelbruin vocht en hoe langer we het laten stromen, hoe bruiner het wordt. Bovendien is het warm water. Ik vermoed dat we zijn chauffage aan het aflaten zijn. Er vlak naast staat nog een kraan, deze geeft gelukkig normaal water!
Vanaf hier is de wandeling speciaal voorzien op kinderen, met tal van opdrachten onderweg die we allemaal braaf uitvoeren. We verlaten nu het bos, en komen in weilanden met heel mooie vergezichten. Maar jammer genoeg wandelen we nu niet meer op een bospad, maar op een geasfalteerd fietspad, een oude spoorwegberm in feite (met tunnel en al). Moordend voor de knie en voet en dus moet ik om de kilometer stoppen...
We blijven vele kilometers lang op dergelijke verharde wegen, zeer rustig, dat wel, maar toch niet het echte vrije natuurgevoel. Het is slechts nadat we weer op de normale Mullerthail Trail zijn gekomen, dat we weer op paadjes stappen.
Een klaterend beekje, het is middag, tijd voor te eten, we profiteren van een bruggetje dat mooi in de zon staat om er onze tent over te hangen, die was vanochtend immers zeiknat van de condensatie na een koude nacht in een mistig weiland. Ze droogt zienderogen, intussen eten we onze boterhammetjes. Om 14u gaan we verder, door een breed en zonbeschenen valleitje. Bizarre rotsformaties, met rare namen als Daxelay en Einsidelei, weer honderden trappen op en af tot aan het dorpje Scheidgen.
De volgende kilometers zijn enig mooi, en het geluk kan niet op wanneer we een klein bronnetje passeren waar we onze watervoorraad kunnen aanvullen. Drinkwater is echt wel een probleem op deze trektocht, de meeste beekjes zijn van een lamentabele kwaliteit en bronnetjes zijn uiterst zeldzaam, want worden meestal gecapteerd.
De volgende vallei is heel breed, wel een halve kilometer. Bivakplaatsen zat, er zijn overal grote overhangende rotsen maar die liggen wel vaak bij het pad. Net dat we hier al veel volk hebben gezien; we lopen al twee dagen quasi alleen. We besluiten dus gewoon enkele tientallen meters te stijgen en vinden een mooie vlakke plaats, heel discreet. Het is 17 u, we hebben er vandaag 15,5 km opzitten. Voor een doorwinterde stapper een lacher, voor zo’n oud stel orthopedische patiënten meer dan genoeg! De matjes worden in de zachte beukenbladeren uitgerold en we ploffen neer voor een half uurtje verdiende platte rust. Vlakbij timmert een specht driftig op een boom, overal kwetteren en zingen de vogeltjes. Het is warm, echt T-shirt weer: dit is het leven. Met een aperitiefje en borrelnootjes zetten we de avond waardig in, daarna stellen we de tent op. Die avond spelen we Yahtzee tot het donker is. Dan onder de wol voor een verkwikkende nachtrust.
Zondag 3 april 2011
Om 7u30 staan we op, de vogels zingen zo luid dat verder slapen toch niet lukt. Onze kuiten zijn zo stijf als wat, dat zal aan die honderden (duizenden?) trappen liggen die we hier al hebben gedaan. Ontbijten en opkramen. De eerste kilometers gaat het door enig mooie bossen en valleitjes, daarna lopen we weer 50 meter hoger dan een drukke verkeersweg, de N11 naar Echternach. Het lawaai van auto’s en moto’s lijkt oorverdovend. Hoog boven Echternach draait het pad weer in de richting van ons vertrekpunt, Berdorf. We gaan hier door spectaculaire rotskloven zoals de Wolfschlucht die herinneringen aan mijn kindertijd oproepen. De zandsteen is hier zeer sterk gelaagd en geheel anders geërodeerd dan de rotsen die we gisteren zagen. Vanaf de Perekop, een 40 meter hoge rots die met ijzeren ladders te beklimmen is (ook weer een souvenir van toen ik een jaar of 7-8 was) krijgen we het mooiste stuk van de hele trektocht. De vallei richting Berdorf is schitterend. Een klein beekje heeft hier een soort canyon doorheen het zandsteen gegraven. De rotsen zijn nog vreemder en mysterieuzer, de vegetatie nog overvloediger. Ik betrap me erop mijn 280ste foto te maken! En zeggen dat we vroeger met een rolletje van 36 dia’s zo’n driedaagse “coverden”. Dit stuk is puur genieten. We komen hier ook nogal wat andere wandelaars tegen, doch allen dagjesmensen, aan de mini-rugzakjes te oordelen.
Nabij Berdorf volgt nog een laatste attractie: het Hollay, een grote kunstmatige grot. Een zandsteengroeve, waar destijds zandsteen werd uitgehouwen om huizen te bouwen, of om er molenstenen van te maken. De grote ronde afdrukken van deze laatste zijn overal te zien. Rondom het Hollay zijn er zo vele grotten (ideale bivakplaatsen!), in één ervan is een klein amfitheater gemaakt.
Onze tocht nadert zijn einde, we zien de kerktoren van Berdorf in de verte... en dan openen de hemelsluizen zich even voor een plensbuitje. Net genoeg om flink nat te worden. De laatste kilometer is weinig interessant, in Berdorf valt weinig te beleven. De auto staat er nog (altijd fijn), het is rond 14 u wanneer we een punt zetten achter de laatste en kortste etappe (10,4 km).
Het was een zeer fijne trektocht. Smaakt naar meer!
https://picasaweb.google.com/paul.de.bie/MullerthalTrail2#
http://www.tourfinder.net/de/wander/tour/browse/area/415/index.html
Opmerkingen & Tips
Je kan de tocht in gelijk welk dorp aanvatten waar de wandeling passeert. Berdorf of Mullerthal zijn goede keuzes. Rustiger dan Echternach, ook om de auto achter te laten.
De Mullerthal Trail 2 is een circuit van 33 km. Je kan het uitbreiden met de "Extra tour C", dan komt er zowat 6,5 km bij. Echter dit is m.i. geen must; je loopt daar hoofdzakelijk op hard wegdek. Wij deden de tocht in 3 dagen (in feite 2,5 want de eerste dag vertrokken we pas om 12u, en de derde dag waren we om 14u weer aan de auto) maar goeie stappers kunnen het natuurlijk in minder tijd doen ook. Toch is het een relatief zware tocht voor knieën en kuiten, je doet minstens 1000 hoogtemeters, voortdurend (hoge) trappen op en af.
Kamperen mag niet, bivakkeren evenmin. Maar er zijn plaatsen zat om het discreet toch te doen. Je kan ook gewoon onder een overhangende rots slapen, die zijn er met massa's. Drinkwater is een probleem. Je hebt minstens 3 liter per man/dag nodig, in de zomer mogelijk meer. De meeste beekjes zijn vervuild (om niet te zeggen riolen) en bovendien heel klein van debiet. Profiteer van de dorpjes waar je doorkomt om gewoon ergens water te gaan vragen (of bv. op camping in Mullerthal of Berdorf). Als je toch water uit een beekje of bron gebruikt, doe er dan Micropur in of gebruik een kathadynpompje.
Een beetje jammer is dat je op je trektocht nooit heel ver weg bent van dorpjes of wegen. Dus kies je slaapplaats 's nachts ver genoeg daar vandaan.
Ah Berdorf, ook bij mij brengt dit mooie herrineringen met zich mee. Als kleine jongen ook met mijn ouders vaak bezocht. Het aderlaarsnest, de 7 spleten, de zig-zag en natuurlijk ook de paardenkop, namen die klinken als een klok.
BeantwoordenVerwijderenDaarna als jonge twintiger er vaak gaan klimmen. (Voor de kenners, week-ends heb ik getracht "Cima" te bedwingen). De laatste keer dat ik er was in 2007. Toen met mijn 2 zonen, hopelijk schrijven zij ooit over 30 jaar een soortgelijke reactie op één of ander soort blog. En hopelijk geven zij dit ook door aan hun kinderen. Klein zwitserland is, en hopelijk blijft, een pareltje dichtbij.
Shit man, nu niet te melig beginnen doen hé.
Dagobert
Ook voor mij geeft "klein zwitserland" een goed gevoel. Niet vanuit mijn jeugd maar een van mijn eerste vakanties met toen nog mijn vriendin heb ik hier doorgebracht. Klimmend op de rosten in Berdorf, proberen de grotten te bezoeken en vooral te vinden en veel wandelen. Overigens is een vergelijkbaar gebied in Duitsland te vinden als je de brug in Echternach oversteekt. Ook hier mooie kloven maar de waterval is niet de moeite waard. Een halve dag wandelen in een verstikkende hitte om dan bij een waterval te komen met een hoogteverschil van maximaal 1 meter. Lijkt meer op een toeristenfuik.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig gebied ook met kinderen maar wat minder voor de knieen.
De friese speleoloog,
Michael
Leuk om te lezen! Wij zijn ook van plan om hem te lopen als het weer wat beter wordt. Kan je toevallig aangeven waar jullie gekampeerd hebben? Ben zelf namelijk opzoek naar wat rustige locaties. Alvast bedankt!
BeantwoordenVerwijderenPrachtige plek. Wij hebben er ook enorm van genoten tijdens het voorbije paasweekend. Wij hebben trail 2 op één dag uitgewandeld. Dag erna wel geen voet meer verzet (en zelfs 2 dagen erna nog rustig aan moeten doen) :-)
BeantwoordenVerwijderenLeuk om de tocht nog eens terug te herbeleven aan de hand van jullie blogje.