‘t Is weer lente en daar ben ik niet treurig om. En nu ik (veel) meer vrije tijd heb, kan ik me eens bezighouden met onbenulligheden zoals daar zijn: naast de tuinvijver gaan zitten wachten met het fototoestel in aanslag.
We hebben een kleine tuinvijver en die krioelt van het leven. Het is nu nog wat te vroeg voor de plantjes, maar binnen enkele maanden sieren purperen en gele lissen, waterlelies, waterranonkels en ander groen ons vijvertje. Nu hebben de bruine kikkers vrij spel. Een hele winter waren die verdwenen, Joost mag weten waar ze zich verstoppen. Naar het schijnt, ingegraven in de modder van de bodem van de vijver. Vorige winter, toen een strenge vorstperiode het vijvertje bijna compleet had doen dichtvriezen, dobberden er enkele weken na het dooien wel 20 dode, opgezwollen kikkers rond. Smakelijk! Slechts enkele exemplaren hadden het overleefd, maar ze zorgden in de zomer van 2009 wel voor een enorm nageslacht. Veel teveel kikkers voor zo’n klein vijvertje, maar we dachten “ach de natuur regelt dat wel”. Maar voorlopig hebben de reigers ons vijvertje nog niet ontdekt.
Dit jaar – ondanks de strenge winter – bleek onze voltallige kikkerpopulatie het te hebben overleefd. Van zodra het lentezonnetje er vorige week doorkwam, schoten ze wakker, en wat doet een kikkermannetje dan, dat een lange koude winter op droog zaad heeft gezeten? Juist ja: al kwakend proberen een knap kikkertje te versieren en dat zo gauw mogelijk te beklimmen.
Dagenlang reeds zijn die kikkers daar mee bezig. Je moet de vijver voorzichtig naderen, en dan zie je tientallen oogjes boven water uitsteken en hoor je hun gekwaak (gelukkig kwaken ze discreet en beschaafd, tot nu toe nog geen problemen gehad met de buren). Van zodra je te dicht komt, begint het wateroppervlak te bruisen wanneer wel 40 dikke kikkers haastig een veilig onderkomen zoeken. Geduld hebben, is dan de boodschap. Een kwartiertje stilzitten en dan komen de eerste waaghalzen alweer boven. Een kikker is koudbloedig en doet niets liever dan zonnebaden. Soms zitten ze wel met zijn tienen op een plankje dat daarvoor speciaal in de vijver drijft.
De parende kikkers vormen koppels (mannetje boven, zo hoort dat) die urenlang verstrengeld blijven. Het mannetje omklemt met zijn poten het vrouwtje en drukt de eieren als het ware eruit. Een vrouwtje legt zo wel duizenden eieren, kleine bolletjes die gauw water opslorpen en een soort gelbolletjes vormen: het welbekende kikkerdril. Zo een kluwen kikkerdril weegt al gauw een halve kilogram, voor een volume van een halve liter… per kikker! Binnen de paar dagen zat er zoveel kikkerdril in de vijver dat de kikkers nog amper konden rondzwemmen. Ik had al visioenen van tienduizenden kleine schattige kikkertjes die binnen een jaar ook allemaal een hand groot zouden zijn. En wetende dat kikkers wel 10 tot 15 jaar oud kunnen worden, heb ik het grootste deel kikkerdril er maar uitgehaald en in een nabijgelegen gracht in de buurt gaan zetten.
Naar het schijnt, weten kikkers in welke plas ze geboren zijn, en willen ze daar later steeds naar terug komen. Ik ben eens benieuwd, afwachten dus of er later een kikkertrek op gang zal komen, van de plas in het park naar onze tuin!
Niet alleen de kikkers zijn weer wakker. Ook de geelgerande watertor is er weer. Die is vorig jaar uit het niets verschenen en gedijt goed. Het is een prachtig insect, één van de grootste kevers van Europa, zelfs (kan tot 3,5 cm lang worden). En het is een roofdier, dat zich vergrijpt aan kleine visjes en jawel… kikkervisjes. Binnen enkele weken zal die kever zich een indigestie kunnen eten want dan zwemmen er wel duizend dikkopjes rond. Verbazend weetje: zelfs dit insect kan wel 5 jaar oud worden!
Kortom, het is een en al genieten in ons tuintje. De krokussen, paasbloemen, de Magnolia van de buren: alles komt tot leven. Zo ook de ligusterhaag, en de gazon, bedenk ik me nu plots… dat wordt weer werken.
Oh ja, mocht er iemand wat kikkers willen voor zijn tuinvijver, geef dan maar een seintje.
Super artikeltje :-)
BeantwoordenVerwijderen