woensdag 17 februari 2010

De Raymond

Vorige week wekte de nieuwslezer mij met het droeve nieuws dat Bob Davidse was gestorven op de gezegende leeftijd van 89 jaar. Nonkel Bob dood! Voor mensen van mijn generatie is dat voorwaar iets om stil bij te staan. Wij zijn groot geworden met Nonkel Bob en Tante Terry. Verplichte kost was dat, op onze allereerste TV (zwartwit uiteraard). In de kranten vinden we dan ook een gepast eerbetoon aan de man die duizenden kinderen leerde zingen, en zelfs gitaar spelen. Zeg eens eerlijk: wie heeft er nog nooit van “Vrolijke, vrolijke vrienden” gezongen? Zelfs de kinderen van nu zingen dat nog.

Diezelfde kranten en media besteedden vorige week ook bijzonder veel aandacht aan een nochtans banaal feit: de zestigste verjaardag van Raymond van het Groenewoud. Ik kan me niet herinneren dat er al ooit een andere muzikant – zelfs niet de allergrootsten der aarde – zoveel aandacht kreeg omwille van zijn verjaardag. Het moet zijn dat ik niet de enige ben die van oordeel is dat onze Raymond toch wel een heel speciaal iemand is. Want inderdaad, ik ben al mijn leven lang een fan van "de Raymond", Vlaanderens bekendste liedjesschrijver.

raymond Mijn  interesse in ‘s mans muziek moet zo ergens in 1980 zijn begonnen. Ik was toen twintig, en schuimde wat lokale popfestivalletjes af waarop RVHG speelde. Meestal als “Top-of-the bill” want Raymond was toen al een jaar of 7 bezig en had al een flink repertoire in zijn mars. Mijn muzikale voorkeur ging toen uit naar het zwaardere werk, en op “Meisjes” of “Maria, Maria” moeten we heel wat tenen van te dichtbij staande Chiromeisjes hebben vertrappeld, want we “pogo-den” als gekken over de graswei heen en weer. Het was ook de tijd van de Bel-Pop, met bands als The Kids, Luna Twist, Scooter, The Machines, Twee Belgen, Arbeid Adelt, Lavvi Ebel, Heartbreak, Der Polizei en weet ik nog wie allemaal. Allemaal groepen die kwamen en gingen, maar één man overleefde hen allemaal moeiteloos: de Raymond. Vandaag, 30 jaar later, is hij er nog steeds en kan hij terugblikken op het beste muzikale oeuvre dat een Belg ooit bij elkaar componeerde. En jawel hoor, ik weet dat er een Brel, een Tura of een … (vul zelf in) bestaan, maar Raymond doet ze moeiteloos de broek af.

Raymond zingt in het Nederlands. Dat op zich is al een uitzonderlijk en bijzonder moedig iets, zeker in de jaren ‘70 of 80. Nu zijn we dat meer gewend (denk aan Clouseau of Noordkaap) maar toen wat het echt “not done”. In het Nederlands zingen, dat was iets voor schlager- of charmezangers. De kliek van Paul Severs, Willy Sommers, Will Tura, de Zangeres zonder naam, weet je wel. Ouwe mensen muziek. Het klonk ook niet, in het Nederlands kon je gewoon niet zingen, zo simpel was dat.

Wel, Raymond kon het wel. En het klonk gewoon goed. Waarom? Twee redenen. Allereerst heeft Raymond een ongelooflijk gevoel voor rijm en metrum en dat is ontzettend belangrijk in een weinig metrische taal als het Nederlands. Het aantal lettergrepen in een zin moet gewoon kloppen, anders klinkt het niet.  De onvolprezen kampioen in het verkrachten van deze regel is dhr W.Tura. In zowat elk van zijn liedjes staan er verzen met teveel of te weinig lettergrepen of een metrum van heb-ik-jou-daar. Een willekeurig voorbeeld (de meer dan banale inhoud is geheel voor rekening van de auteur):

Ik ben zo eenzaam zonder jou
Ook als het dansorkest gaat spelen
Want dansen gaat mij gauw vervelen
Als ik jou niet in m'n armen hou

Die laatste zin! Aargh. Klinkt echt niet. En beluister gelijk welk Tura liedje: het is gewoon overal zo. Raymond laat zich daar niet aan vangen.

De tweede reden is humor. Tuurlijk, humor is geen must: veel humor valt er niet in Pink Floyd of Led Zeppelin te bespeuren. Maar sommige muziek kan niet zonder humor gebracht worden, en dat geldt des te meer voor muziek die over alledaagse zaken gaat. Zaken als relaties, sex, religie, gevoelens. Breng die te serieus en het wordt al gauw pijnlijk, ongeloofwaardig, pompeus of gewoon onnozel. Breng het met een snuifje ironie of zelfspot, en het wordt iets heel anders.Frank Zappa wist dat, Randy Newman ook, en de Raymond nog veel beter. Wanneer ik naar Zappa luister moeten ze mij niet komen lastig vallen, want ik wil de tekst horen. Idem met Raymond. De overgrote meerderheid van zijn liedjes maakt me blij - ook al zijn ze vaak zeer melancholisch of intriest van aard.

Je mag de meest serieuse hark zijn die er rondloopt, maar wanneer Raymond zingt over zijn schoolgaande jeugd, dan begin je toch spontaan te glimlachen? Het is er zo pal op.

daar gaat de bel van ringeling
'k Wou dat ik de lucht inging
rijen rijen twee aan twee
best van al gedwee
binnenstromen in de muf
muffe klas alwaar ik suf
zure zweters, dat doet deugd
't lot van onze jeugd

Overigens: zowat al zijn liedjesteksten vind je hier: http://www.muzikum.eu/nl/122-166/raymond_van_het_groenewoud/songteksten.html en het zijn er inmiddels 219, zo goed als allemaal zelf gecomponeerd, geschreven en gezongen. Wie doet hem dat na?

Kijk eens naar mij, ik hou van veel muziekjes. 'k Speel alles graag, en wie doet mij dat na?  zong Raymond in "Chachacha", en inderdaad, zijn grootste verdienste is ongetwijfeld dat hij een muzikale duizendpoot is die niet alleen diverse instrumenten bespeelt, maar ook zowat elk denkbaar muziekgenre baas kan. Rock, gospel, honky-tonk, reggae, dub, chachacha, bossa nova, country: je kan het niet bedenken of hij heeft er wel een paar liedjes in geschreven. "Twee meisjes" werd verkozen tot het beste Nederlandstalig nummer ooit, en daarmee kan ik het alleen maar volmondig eens zijn. De zoete, ingetogen intro op piano en bas, de zo eenvoudige maar oh zo tot de verbeelding sprekende tekst: Twee meisjes op het strand, ze lezen modebladen, twee meisjes op het strand, ze dromen van een prins. Het rijmt zelfs niet, en toch zie je die meisjes je gewoon voor je, liggen lanterfanten in de zon, op het strand van Blankenberge. Het nummer dat opbouwt, de drums die invallen, en dan die lange, klaaglijke gitaarsolo: ik ken geen enkel ander Belgisch nummer met zo'n mooie gitaar erop. Luister mee en geniet.

Ach, Twee Meisjes is maar één hoogtepunt uit 's mans rijke oeuvre. Bierfeesten, Hoppah, Brussels by Night, Joske, Bleka Lena, Liefde voor Muziek... de lijst is onnoemelijk lang. Ter gelegenheid van zijn 60ste verjaardag, is er nu een nieuwe verzamelaar uit met daarop – u raadt het al – 60 nummers. Ik heb mijn gezinsleden al tactisch ingefluisterd dat ze voor mijn verjaardag, volgende week, mij hiermee een groot plezier kunnen doen. Hoeveel artiesten – en opnieuw mag de Internationale scene gerust meedingen – kunnen er al een Best-of uitbrengen met 60 goede nummers; zonder hun B-kantjes en ander vulsel te moeten recycleren? Eén hitje of meezingertje schrijven, dat kan bijna iedereen. Er vijftig of honderd schrijven, dat is slechts weinigen gegeven. Mocht RVHG in Amerika of Engeland geboren zijn, dan deelde hij nu de selecte schare van muzikale genieën zoals Bob Dylan of Paul Mc Cartney. Helaas kwam hij in een postzegelgroot landje ter wereld, en verkoos hij dan nog te zingen in een taal die 75 km verder al niet meer begrepen wordt.

Vlaming zijn, of zelfs Belg zijn, en geen muziek van Raymond in huis hebben, dat kan gewoon niet. 16,99 Euro voor zijn 60 beste nummers: het is voorwaar geen geld. Gewoon doen! En met doen bedoel ik kopen, die CD, en niet ergens heimelijk downloaden. De Raymond is ook maar aan hardwerkende Vlaming zoals u en ik. Bestolen worden verdient hij niet, daarvoor heeft hij ons al teveel luisterplezier verschaft.

Beste Raymond, van harte gefeliciteerd, en doe er nog veel jaartjes en liedjes bij!

woensdag 10 februari 2010

Sneeuw

Dit is nog eens een echte winter. Zo bont hebben we het in geen decennia meegemaakt. De keren dat ik al sneeuw heb staan ruimen voor mijn deur zijn niet meer te tellen! Nooit willen investeren in een sneeuwschop, maar nu begin ik toch wel te twijfelen.
Er zijn kinderen in dit land die van hun hele leven nog geen sneeuw hebben gezien. Sneeuw was is dat, papa? Wel Jefke, dat is die zwarte pap daarbuiten op de straat.
Maar die dreumessen weten dit jaar wel beter.
Vanochtend opgestaan om 7u, even buiten gekeken en oh verrassing: het zag weer spierwit; er lag wel 5 cm sneeuw. Tiens, gisterenavond nog naar de weerman gekeken (de Frank ditmaal) en die had nochtans niks “voorspeld”. Verbaast me niks, het weer laat zich nu eenmaal niet voorspellen, die illusie zijn we al lang kwijt. Niet voor niets noemde men Armand Pien (de voorganger van Frank en Sabine) destijds “Monneke de leugenaar”.

Toch maar naar het werk vertrokken - de plicht roept - en binnen de 3 straten had ik al begrepen dat zulks een bar slecht idee was. Het bleek werkelijk spekglad, het verkeer reed voor geen meter. De radio meldde laconiek dat het filerecord gesneuveld was met meer dan 700 km file. Ik schoof en gleed geduldig verder, aan 5 km/uur. Een dik uur later was ik “al” aan de A12 geraakt: normaal gesproken duurt dit traject in volle ochtendspits 10 minuten. Het filerecord was intussen keer op keer verpulverd, van 800 naar 900 tot zelfs bijna 1000 km file. De verkeersredactie was gestopt met het proberen bijhouden van waar er allemaal files stonden en ongevallen waren gebeurd, en beperkte zich tot het signaleren waar het wel nog reed. Du jamais vu! Op de viaduct van de A12 ging het al niet beter. De linkerrijstrook was voorzien van een maagdelijk laagje sneeuw en werd slechts occasioneel gebruikt door Berlingo’s en andere lichte karretjes. Voor mij schoof een patserige VW Touareg stapvoets verder, achter mij een nog dikkere Mercedes ML 380. Geen van beide durfde blijkbaar hun aso-bak in 4x4 te zetten en door de toch wel 5 cm dikke sneeuwlaag te rijden op het linkse vak. Een betere illustratie dat zulke auto’s alleen maar worden gekocht door mannen met een klein Pietje of kakmadammen met een bontjas, met als enige bedoeling hun buren te overbluffen, kan je niet vinden. (Onlangs nog op het werk, waar zo iemand werkt, en jawel met een dikke Mercedes 4x4: het had overdag gesneeuwd en tegen ’s avonds begon de madam in kwestie te panikeren, want naar huis rijden zag ze niet zitten. Toen ik haar suggereerde de auto in 4x4 te zetten, keek ze mij met grote ogen aan en zegde “ik zou niet weten hoe ik dat moet doen”. Jawadde!).
Maar we wijken af, terug naar mijn ochtendspits. Na anderhalf uur was ik aan het einde van het viaduct geraakt, en was het me duidelijk dat ik nog wel een paar uur voor de boeg had om op mijn werk te geraken: de Kennedytunnel bleek geblokkeerd te zijn door vrachtwagens die de helling niet opgeraakten. Dus nam ik een wijs besluit: een SMS’je naar de baas om te zeggen dat ik mezelf een halve dag verlof toekende, en het vanmiddag nog wel eens zou bekijken. En dan gauw huiswaarts.

Nou dat was dan weer een vruchtbare ochtend, zo een die je beter zo snel mogelijk vergeet. De berichtgeving die ik tijdens mijn epische rit bij herhaling op het radionieuws had gehoord, was ook al niet van aard om mij op te vrolijken. Prins Filip die aan zijn kloten veegt aan de 90 km/u tijdens het smogalarm en gisteren aan 140 km/u was gespot. Alle Belgen gelijk voor de wet, behalve sommigen, jaja dat kennen we. Weg met heel dat Koningshuis! Dat ze gaan werken voor de kost goddomme.

Minister Daerden die zijn pensioenplan ontvouwt: vervroegd pensioen slechts mogelijk vanaf 63 in plaats van 65, of iets van die strekking. Tja veel “plan” zal hij voor de rest nog niet hebben. Wanneer ik dan vanochtend in de Standaard lees dat het gemiddeld pensioen voor een werknemer zowat 700 Euro in de maand bedraagt (bruto!) en dat van een ambtenaar 2260 Euro, dan word ik echt wel witheet van woede. Alle Belgen gelijk voor de wet was het toch? 700 Euro, dat zal netto zo een 500 Euro zijn. En daar heb je dan 40 jaar voor gewerkt. Zelfs een werkloze of een steuntrekker krijgt meer. Weg met die Daerden, een grotere lul heb ik in geen jaren in de politieke arena bezig gezien, of het moest De Decker zijn.

Allez vooruit, zal de sneeuw eens van mijn voetpad gaan ruimen.