Oewie zekt dat er een communautaire problème iez? Dat iez nie oewaar! Mais enfin!
Telkens ik het kleuternederlands hoor van Joelle Milquet, krijg ik een lachkramp.
Ministers worden geacht tweetalig te zijn. Perfect tweetalig. Voor minder gun ik hen mijn belastingsgeld niet.
Milquet daarentegen, is tweezinnig. Daarmee bedoel ik dat ze er in het allerbeste geval in slaagt twee zinnen “Nederlands” te hakkelen. Daarna schakelt ze gauw over op het Frans. Op die twee zinnen heeft ze dan ongetwijfeld een half uur staan oefenen. Op enkele witte merels na (Rudy Demotte bv.) geldt datzelfde eveneens voor driekwart van haar confraters (ministers, parlementariërs en andere politiekers). Het is de perfecte illustratie van wat er in dit land misloopt. Eén landshelft die de taal van de andere niet begrijpt en/of niet spreekt. En dan weten dat we hier over de elite spreken, de hoger opgeleiden en universitairen. Het geeft te denken.
Telkens ik het kleuternederlands hoor van Joelle Milquet, krijg ik een lachkramp.
Ministers worden geacht tweetalig te zijn. Perfect tweetalig. Voor minder gun ik hen mijn belastingsgeld niet.
Milquet daarentegen, is tweezinnig. Daarmee bedoel ik dat ze er in het allerbeste geval in slaagt twee zinnen “Nederlands” te hakkelen. Daarna schakelt ze gauw over op het Frans. Op die twee zinnen heeft ze dan ongetwijfeld een half uur staan oefenen. Op enkele witte merels na (Rudy Demotte bv.) geldt datzelfde eveneens voor driekwart van haar confraters (ministers, parlementariërs en andere politiekers). Het is de perfecte illustratie van wat er in dit land misloopt. Eén landshelft die de taal van de andere niet begrijpt en/of niet spreekt. En dan weten dat we hier over de elite spreken, de hoger opgeleiden en universitairen. Het geeft te denken.
Wat zeg je? Dat Milquet haar best doet? Sorry – dat is niet genoeg, in dit geval. Die mensen verdienen minstens drie keer meer dan Jan Modaal – die voor zijn werk vaak wel de godganse dag in 4 talen mensen te woord moet staan – en hebben ervoor gekozen om aan nationale politiek te doen. Van mij moeten ze geen enkel medelijden verwachten. Dat ze maar op taalbad in Spa gaan!
Maar inderdaad, België kraakt in zijn voegen. Nooit eerder liepen de communautaire standpunten zo ver uiteen. En toch, en toch; is het allemaal zo simpel. Walen leer Nederlands, Vlamingen leer Frans! Meer moet er niet gebeuren. De praktische uitwerking ervan laat ik aan de dames en heren politici over. Maar een tip: begin er in de kleuterklas mee. Geef elk kind gedurende 2,5 dagen per week les in het Nederlands, en gedurende 2,5 dagen in het Frans. Binnen het jaar kennen die ukjes beide talen, en tegen dat ze naar het lager onderwijs gaan, zijn ze zo perfect tweetalig als Yves Leterminateur.
En oh ja, beste Walen: begin eens met het ondertitelen van films, interviews of gelijk welke TV uitzending waar iemand een andere taal praat dan het Frans. Want alles wordt daar “gedubt” , zelfs radio-interviews. Dan hoor je 3 seconden een Vlaming praten (of Amerikaan, of whatever) en hop het volume gaat dicht en één of andere Franstalige Clo-Clo neemt het over. Hoe kan men nu ooit een taal leren indien men ze niet mag beluisteren? Stop met dat dubben! En dan zouden jullie eindelijk ook eens weten hoe Arnold Schwarzenegger werkelijk klinkt (tamelijk belachelijk als je het mij vraagt).
Officer Crabtree van Allo Allo in het Frans? Fawlty Towers, Blackadder of Monty Python in het Frans? Kan je je dat voorstellen? Ik word niet goed, zou Sjef Van Oekel hebben uitgeroepen!
Zelf ben ik bijzonder gefrustreerd wanneer ik op reis ben in een land waarvan ik de taal niet ken. Je hoort mensen praten, je ziet krantenkoppen, men vraagt je iets: het klinkt allemaal Chinees en dan voel ik me oerdom en gefrustreerd. Met dat gevoel moeten honderduizenden Walen dus zitten. En allicht heel veel Vlamingen ook. Want zo fantastisch is het nu ook weer niet gesteld met de talenkennis van de doorsnee Vlaming. Akkoord, we spreken meestal een woordje Frans, Engels en Duits, maar perfect tweetalig kan je ons evenmin noemen. Maar kom, we slaan ons uit de slag.
Ik kom zo goed als elke dag in contact met Franstaligen. Via telefoon, mail of op vergaderingen. Geloof me vrij: de toestand is dramatisch. De meeste van hen kennen dus echt geen woord Nederlands, het is voor hen even onbegrijpelijk en abstract als Hongaars of Turks. Zij die het wel kennen, kunnen het in het allerbeste geval lezen of schrijven, maar amper praten en zeker niet verstaan. Maar aan dat laatste zijn we zelf vaak schuldig: Vlamingen praten onder elkaar immers geen Nederlands maar hun plaatselijk dialect. Indien zelfs een Hollander al niet kan volgen wanneer je hem in een gezelschap West-Vlamingen of Antwerpenaren zet, hoe kan je dan verwachten dat een Waal het zou kunnen?
Enfin… (ziedaar een Frans woord!) ik ga me er niet langer in opwinden. Ik wou het immers over iets totaal anders hebben, en wel over onze missie naar Westvleteren. Ik ben echt wel een liefhebber van Belgisch bier. Elke week worden ten huize De Bie wel enkele Rocheforts, Hoegaardens of Westmalles verzet. Maar één van de lekkerste bieren, Westvleteren Sixtus Abt 12, is zomaar niet te koop in de handel. Dat is nooit het geval geweest, dit bier (één van de 6 echte trappistenbieren van België) kon je enkel gaan kopen in de abdij zelf. Zoveel je wou. Dat ging jaren goed, tot in juli 2005 dit goddelijk gerstenat door de Amerikaanse site http://www.ratebeer.com/ werd verkozen tot “beste bier ter wereld”. Let wel: er waren 30000 andere bieren in de running. Uiteraard is zoiets een volledig subjectieve beoordeling, en ik kan me best voorstellen dat sommige mensen het bier zelfs niet lekker vinden: het heeft een buitengewoon volle, fruitige en gekarameliseerde smaak.
Dat veroorzaakte een ware stormloop. Kilometerlange files voor de abdij. Het werd een echte hype. Snode lieden doken op, die het bier aan woekerprijzen begonnen te verkopen. Zoek maar eens op Ebay, zo’n flesje gaat vlot voor 10 Euro weg! (overigens, ik heb oprecht te doen met al die Amerikanen, die zich blauw betalen om zo 1 of 2 flesjes naar de States te laten opsturen. Maar gelijk hebben ze: it is about the closest thing to an orgasm in a bottle).
De paterkes wisten niet waar ze het hadden. Maar, het moet gezegd, ze bleven trouw aan hun principes. In plaats van het bier massaal te beginnen exporteren - zoals alle andere abdijen wel deden - en er rijk van te worden, bedachten ze een reeks beperkende maatregelen. Ik bespaar jullie de historiek ervan, maar de situatie is nu als volgt. Via website of een speciaal telefoonnummer kan je te weten komen wanneer het bier beschikbaar is, want ze brouwen dat slechts nu en dan. Op die bepaalde dag – en enkel die dag! - kan je dan bellen naar een “biertelefoon”. Je kan dan je bestelling plaatsen, maar opgelet: maximaal 3 kratten van 24 flesjes per telefoonnummer en per nummerplaat en per maand!
Jawel, men noteert het nummer waarmee je belt (dus vanaf een anoniem nummer bellen gaat niet), en men wil weten met welke auto je het komt afhalen. Eens besteld, krijg je een datum en tijdstip om het te komen afhalen! En: je moet je engageren het bier niet verder te verkopen, het is enkel bestemd voor particulier gebruik!
Het is een mooi systeem, waarmee iedereen evenveel kans maakt, en waarmee vooral de echte bierliefhebber wordt bereikt, want je moet er nu echt al iets voor over hebben! In de praktijk bleek het echter niet zo eenvoudig als het klonk.
Op een goede dinsdag was het dus zo ver: je kon die dag telefonisch reserveren, enkel van 9u15 tot 12 u. Wel, ik heb die ochtend exact 2,5 uur lang geprobeerd om daar binnen te geraken. Het was nog erger dan tickets voor Metallica of AC/DC proberen te bestellen. Iets voor twaalven (ik had de hoop al opgegeven) kreeg ik dan toch zo een bruin paterke aan de lijn. Hij noteerde braaf mijn bestelling en nummerplaat en zegde: volgende week maandag afhalen om 15u45.
Lap! Dat kostte me een dag verlof. Maar het genot van een Westvleteren Sixtus 12 kent geen prijs. En zo kwam het dat Annette en ik die maandagmiddag richting Westvleteren tuften, een tocht van heen en weer zo’n 280 km want die abdij ligt dus echt wel ver weg in de Westvlaamse pampas. Het was mooi weer, en de veldweggetjes van de Westhoek lagen er schitterend bij. “Geguchten” met ronkende namen als Poperinge, Woesten of Elverdinge gleden voorbij. Tussen de soldatenkerkhoven en tractoren door slalommend, bereikten we stipt op tijd de abdij. Alles stond gereed en binnen het kwartier waren we de trotse eigenaars van 72 flesjes van het bruine sap. Puur vakmanschap overigens, dit is bier dat met broederliefde is gebrouwen, en wars is van alle protocol. Ongefilterd, ongepasteuriseerd. Bruine stevige flessen, zonder enig etiket en met als enige markering “Trappist”, in piepende, handgemaakte houten kratten. Meer moet dat niet zijn. En de prijs? Een belachelijke 1,5 Euro per flesje, daar koop je in de Delhaize nog geen Westmalle voor! Nee, die Sistercienzer-paters zijn echt wel integer tot en met. Voorzichtig reden we terug naar huis; in de koffer rinkelden 72 flesjes met een Ebay-straatwaarde van minstens 500 Euro een hemels melodietje…
Ziezo, met deze voorraad hopen we wel enkele jaren te kunnen doen, want zo’n Westvleteren drinken dat is een ritueel. Daar moet een goede aanleiding voor zijn! Om naar FC De Kampioenen te kijken zal een Chimay 8 en een zak chips ook wel volstaan!
En oh ja, beste makkers, maten: willen jullie ook eens een Westvleteren 12 drinken, gelieve dan te bellen naar de bier-o-foon van de Sint-Sixtusabdij 070 21 00 45. Als je een echte liefhebber bent, dan heb je dat er wel voor over. Hier in Edegem houden wij ons strikt aan de afspraak: het bier is uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik :-)) . Voor écht goede vrienden wil ik heel misschien een mogelijke, eventuele, optionele, grote uitzondering maken.
Schol!